Chapter 1 - lesson 5 - 1A

Chapter 1 - lesson 5
1A
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Chapter 1 - lesson 5
1A

Slide 1 - Diapositive

Planning and goals
Planning: 
- What do you remember?
- Check homework
- Grammartime! Present simple
- Homework

Goals: 
- Students can write about facts and habits.

Slide 2 - Diapositive

What do you remember?
  • Vocab

Slide 3 - Diapositive

vertaal: wang

Slide 4 - Question ouverte

vertaal: vaak

Slide 5 - Question ouverte

vertaal: schoolvak

Slide 6 - Question ouverte

vertaal: gescheiden

Slide 7 - Question ouverte

vertaal: tweelingzus

Slide 8 - Question ouverte

vertaal: klagen

Slide 9 - Question ouverte

vertaal: gewoonte

Slide 10 - Question ouverte

Check homework
Exc. 28c

J - May
I - bye
E - sea
C - sea
G - see
Y - bye
K - May
A - May
B - sea
T - sea

Slide 11 - Diapositive

28d:

Slide 12 - Diapositive

Grammertime!!
Present Simple -
to talk about facts and habits

Slide 13 - Diapositive

Stones
Listen to the Stones!

Slide 14 - Diapositive

Open your book on page 60!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Voorbeelden:
  • I play football every Saturday. (= gewoonte)
  • They love music. (= feit)
  • Water boils at 100 degrees. (= feit)
  • She usually walks to school. (= gewoonte)
  • We buy our clothes online. (= feit/gewoonte)
  • She never drives too fast. (= feit/gewoonte)

Valt je iets op in deze zinnen?

Slide 17 - Diapositive

Wat valt je op in deze zinnen?
I play football every Saturday. (= gewoonte)
They love music. (= feit)
Water boils at 100 degrees. (= feit)
She usually walks to school. (= gewoonte)
We buy our clothes online. (= feit/gewoonte)
She never drives too fast. (= feit/gewoonte)

Slide 18 - Carte mentale

De SHIT regel

Slide 19 - Diapositive

Wat zou de SHIT regel volgens jou kunnen zijn?

Slide 20 - Question ouverte

Present simple (SHIT regel)
Wat is het?
Tegenwoordige tijd
Waarvoor gebruik je het?
Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt
Wat doe je bij he, she, it 
Je plakt een -s achter het werkwoord

Bijv: Caitlin thinks she's the boss

Slide 21 - Diapositive

Goals:
Students can write about facts and habits.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Homework
Dinsdag  

Leren: 
- Vocab A en C (blz 82)
- Stone 1 (blz 84)
- Theme words "Looks" t/m "Family members (blz 82)
- Grammar 1 (blz 61)

Maken: 
- opdr. 31, 32, 33

Slide 23 - Diapositive