NaSk1_H6 Warmte_deel2

Welkom 3TL




6.4 Milieu en 6.5 Energie
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3TL




6.4 Milieu en 6.5 Energie

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Welkom 
Interactieve uitleg bij 6.4 en 6.5
Zelf aan de slag met de opdrachten bij H6.
Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze 2 paragrafen kun je: 

  1. Uitleggen wat het broeikaseffect is.
  2. Benoemen welke schadelijke stoffen er zijn voor het milieu.
  3. Beschrijven wat fossiele brandstoffen zijn.
  4. Beschrijven wat groene stroom is.
  5. Uitleggen wat biobrandstoffen zijn.
  6. Beschrijven wat energie is.
  7. Benoemen welke energiesoorten er zijn.
  8. Beschrijven wat een energieomzetting is.
  9. Rekenen met het rendement.
  10. Rekenen met de verbrandingswarmte.

Slide 3 - Diapositive

Goed

Fout

een radiator geeft de warmte af door straling
warme lucht verplaatst zich in de kamer door stroming
je voelt de warmte van een kampvuur door geleiding
een lepeltje in hete thee wordt warm door straling

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Vidéo

Welke moleculen houden de warmte in de atmosfeer vast?
A
Alleen CO2 (g)
B
H2O (g), CO2 (g) en CH4 (g)
C
Alleen CH4 (g)
D
N2 (g) en CO2 (g)

Slide 6 - Quiz

Wat is het broeikaseffect?
A
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring .
B
Het vasthouden van CO2 in de dampkring.
C
Het verbouwen van planten in kassen.
D
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.

Slide 7 - Quiz

Hoe warm (in graden Celsius) zou het op aarde zijn zonder broeikaseffect?
A
30
B
0
C
-12
D
-18

Slide 8 - Quiz

Wat is het belangrijkste broeikasgas?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Waterdamp
D
Stikstof

Slide 9 - Quiz

Waardoor wordt het versterkt broeikaseffect veroorzaakt?
A
Fossiele brandstoffen
B
Raketbrandstof
C
Biobrandstoffen
D
Lachgas

Slide 10 - Quiz

Een deel van de straling wordt direct teruggekaatst
Een deel van de straling wordt vastgehouden door broeikasgassen
Zonnestraling komt op de aarde terecht
de atmosfeer warmt op doordat broeikasgassen warmte vasthouden

Slide 11 - Question de remorquage

Samengevat
Zonder broeikaseffect is het heel koud (natuurlijk broeikaseffect).
Broeikasgassen: water, CO2 en lachgas.
Door fossiele brandstoffen versterkt het broeikaseffect

Slide 12 - Diapositive

Hoe ontstaat zure regen?
A
Door verbranding van biobrandstoffen.
B
Door de reactie tussen NO2 en SO2 met H2O
C
Door verbranding van zuur.
D
Door verbranden van fossiele brandstoffen.

Slide 13 - Quiz

Biobrandstoffen
Biobrandstoffen uit plantaardig materiaal
De meeste biobrandstoffen zijn van plantaardig materiaal zoals palmolie, koolzaad, suikerriet, maïs en graan. 
De productie kan ten koste gaan van landbouwgrond voor voedselgewassen.
Biobrandstoffen uit afval
Het is ook mogelijk biobrandstoffen te maken uit afval. Bijvoorbeeld uit afval van veevoer, afgedankt frituurvet, houtsnippers of algen.

Slide 14 - Diapositive

Wat is het voordeel van biobrandstoffen?
A
Het is goedkoper te produceren.
B
Er komen extra broeikasgassen vrij.
C
Je gebruikt biomassa.
D
Er komen minder broeikasgassen vrij.

Slide 15 - Quiz

Samengevat
Zure regen wordt veroorzaakt door zwavelzuur en salpeterzuur.
Dit ontstaat door reacties tussen SO2 en NO2 met water in de lucht.
Door biobrandstoffen komt er minder extra CO2 in de lucht.

Slide 16 - Diapositive

Wat is energie??

Slide 17 - Question ouverte

Welke soorten energie zijn er??

Slide 18 - Carte mentale


Wat is het symbool voor de eenheid van energie?

A
E
B
W
C
P
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 19 - Quiz

Energie soorten

Slide 20 - Diapositive

Energie
Energie heb je nodig om te kunnen lopen, sporten, denken, warm te blijven, voor het kloppen van je hart. Apparaten verbruiken ook (veel) energie!.

Soorten energie:
Chemische energie
Bewegingsenergie
Stralingsenergie
Zwaarte energie (potentiale energie)
Elektrische energie
Warmte
Geluid



Slide 21 - Diapositive

Energie omzettingen
Energie diagram

Slide 22 - Diapositive

Een stofzuiger zet elektrische energie om naar???
A
geluid en warmte
B
beweging en geluid
C
geluid, beweging en warme
D
zuigkracht, geluid en licht

Slide 23 - Quiz

Energie en rendement

Slide 24 - Diapositive

Op een zonnepaneel valt 2000 J stralingsenergie. Het levert 1600 J warmte. Bereken het rendement.
A
15 %
B
85%
C
12 %
D
20 %

Slide 25 - Quiz

Uitleg
Op een zonnepaneel valt 2000 J stralingsenergie. 
Het levert 1600 J warmte. --> is niet nuttige energie
Bereken het rendement.

Rendement = nuttige E/ totale E= 400 J/ 2000 J x 100%= 20 %

Slide 26 - Diapositive

Een zonnepaneel levert 55 W elektrisch vermogen. Er valt 350 W stralingsenergie op. Bereken het rendement.
A
16 %
B
14%
C
11%
D
18 %

Slide 27 - Quiz

Chemische energie
Sommige warmtebronnen zijn niet elektrisch, maar chemisch. Dat betekend dat er door een chemische reactie warmte ontstaat. Chemische energie is energie die opgeslagen is in stoffen.

Voorbeelden zijn: aardgas, voedsel, hout, benzine 

Slide 28 - Diapositive

Verbrandingswarmte
Brandstoffen kunnen warmte leveren, maar niet elke brandstof kan dat even goed!

De mate waarin brandstoffen warmte kunnen leveren noemen we de: verbrandingswarmte.

Slide 29 - Diapositive

Voorbeeld
Stel je wil 10 minuten douchen, je hebt thuis een waterbesparende douchekop dus voor 10 minuten lang douchen met warm water heb je 6 MJ aan warmte nodig. 

Je hebt thuis een CV-ketel met aardgas.

Hoeveel m3 aardgas heb je nodig om te kunnen douchen?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Voorbeeld douchen
6 MJ nodig om te douchen
Aardgas: 32 MJ/ m3
Hoeveel aardgas nodig voor 1x douchen??

6/32= 0,1875 m3 aardgas

Slide 32 - Diapositive

De verbrandingswarmte van hout is 16 MJ/ kg. Hoeveel kg heb ik nodig om 320 MJ aan warmte te krijgen?
A
0,05 kg
B
2 kg
C
50 kg
D
20 kg

Slide 33 - Quiz

De verbrandingswarmte van biogas is 21 MJ/m3. Hoeveel verbrandingswarmte zit er in 12,5 m3 biogas?
A
263 MJ
B
263 kJ
C
1,68 MJ
D
1,68 kJ

Slide 34 - Quiz

6000 J =......kJ
A
6
B
0,6
C
60
D
600

Slide 35 - Quiz

Reken om:
0,05MJ = .....kJ
A
50
B
50.000
C
5
D
5000

Slide 36 - Quiz

Lesafsluiting
Volgende week maandag herhalen we de lesstof van H4 en H6. 
Voornamelijk het rekenwerk dus; dichtheid, temperatuur omrekenen, verbrandingswarmte en rendement.
Zie Teams voor de belangrijke punten voor de toets!

Slide 37 - Diapositive

Leerdoelen par 5.4 en 5.5
1) Je kunt uitleggen wat het natuurlijke en versterkt broeikaseffect is.
2) Je weet wat een broeikasgas is.
3) Je weet hoe fossiele brandstoffen bijdragen aan het broeikaseffect.

4) Je weet wat zure regen is.
5) Je weet hoe SO2 en NO2 bijdragen aan het ontstaan van zure regen.
6) Je kunt 5 soorten biobrandstoffen opnoemen.

Slide 38 - Diapositive