Hoofdstuk 2.0 Voorkennis VMBO BK 1

Getallen voorkennis
Lesdoel
  • We gaan vandaag de voorkennis ophalen/activeren. 
  • Na vandaag kan je bepalen aan welk onderdeel je van je  voorkennis aandacht moet besteden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Getallen voorkennis
Lesdoel
  • We gaan vandaag de voorkennis ophalen/activeren. 
  • Na vandaag kan je bepalen aan welk onderdeel je van je  voorkennis aandacht moet besteden

Slide 1 - Diapositive

5
4
2
45
6
9 x 5 = 
8 x .. = 32
2 x 10 x .. = 40
2 x 5 x ... = 60
2 x ... x 8 = 80

Slide 2 - Question de remorquage

5
4
32
3
6
24 : 6 = 
42 : .. = 7
27 : .. = 9
15 : ... = 3
... : 4 = 8

Slide 3 - Question de remorquage

Welk getal zit in de tafel van 3? Kies uit. Meerdere antwoorden mogelijk.
A
14
B
21
C
23
D
26

Slide 4 - Quiz

Welk getal zit in de tafel van 7? Kies uit. Meerdere antwoorden mogelijk.
A
27
B
35
C
48
D
62

Slide 5 - Quiz

Welk getal zit in de tafel van 9? Kies uit. Meerdere antwoorden mogelijk.
A
26
B
33
C
54
D
64

Slide 6 - Quiz

Bereken 7321 − 18 × 4 op je rekenmachine. Controleer dat de uitkomst 7249 is. Is dit gelukt?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Bereken 6,31 + 7 × 0,8 op je rekenmachine. Wat is de uitkomst?
A
11,91
B
10,648
C
11,19
D
10,684

Slide 8 - Quiz

Lise trakteert haar vriendin op een broodje en
een drankje. Hiernaast zie je de rekening. Lise
betaalt met een briefje van € 20.
Hoeveel krijgt zij terug?
A
€ 5,90
B
€ 5,10
C
€ 6,90
D
€ 5,01

Slide 9 - Quiz

Sarah doet boodschappen. Hiernaast zie je de
kassabon. Sarah betaalt met een briefje van
€ 10 en een briefje van € 5. Hoeveel krijgt zij
terug?
A
€ 4,65
B
€ 2,35
C
€ 3,65
D
€ 3,56

Slide 10 - Quiz

Annelies ziet een mooie trui van € 79,50 en een sjaal van
€ 9,95. Ze heeft drie briefjes van 20 euro, vier briefjes van
5 euro, twee munten van 2 euro en nog drie munten
van 1 euro. Kan ze de trui en de sjaal kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Jos telt met gelijke stappen vooruit.
125, 150, 175, 200, ..?. Wat is het volgende getal?
A
275
B
225
C
250
D
245

Slide 12 - Quiz

Anika telt met gelijke stappen vooruit.
1800 1850 1900 1950. Wat is het volgende getal?
A
1900
B
2025
C
2100
D
2000

Slide 13 - Quiz


A
6,5 en 6,9
B
7,5 en 7,9
C
6,6 en 6,8
D
6,4 en 6,7

Slide 14 - Quiz


A
250, 1250 en 1750
B
250, 1750 en 2250
C
250, 1500 en 2250
D
250, 1250 en 2250

Slide 15 - Quiz