Domein 2 2.8 Referentiematen

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
1 / 22
suivant
Slide 1: Question de remorquage
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 1 - Question de remorquage

90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6

Slide 2 - Question de remorquage

57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm

Slide 3 - Quiz

Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.

Slide 4 - Question ouverte

 Referentiematen 2.8 (vergelijkingsmateriaal)

Ken jij de referentiematen al uit je hoofd? 

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen van vandaag!
Ik ken het begrip referentie maten
Ik kan schattingen maken met referentiematen
Ik kan rekenen met referentiematen

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel glazen melk haal je uit een pak van 1 liter?

Slide 7 - Carte mentale

Hoe hoog schat je deze verdieping?

Slide 8 - Carte mentale

Hoe hoog is het gebouw waarin we nu zitten?

Slide 9 - Carte mentale

Hoe lang zou je erover doen om naar school te fietsen?

Slide 10 - Carte mentale

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?
Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.



Na 3 uur fietsen heb je tussen de 45 en 54 kilometer afgelegd

Slide 11 - Diapositive

Referentiematen inhoud

Slide 12 - Diapositive

1.6 referentiematen

Slide 13 - Diapositive

Ik wil een tegelpad aanleggen van 90 cm breed en 10 m. lang? Hoeveel tegels kopen?

Slide 14 - Carte mentale

Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten. Zo’n maat heet een referentiemaat.
Een aantal belangrijke referentiematen zijn:
- Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
- Een volwassen persoon is ongeveer 80 kg
- De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.
- Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h.
- Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.
- Een verdieping is ongeveer 3 meter hoog.

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?
Check de referentiemaat in de theorie. 
Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h. 


Dus na 1 uur wandelen heb je 4 tot 6 kilometer gelopen.

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel minuten doe je ongeveer over de
wandeling naar Haaksbergen?
A
25
B
30
C
40
D
50

Slide 17 - Quiz

Een volwassen persoon weegt ongeveer 80kg.
Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 18 - Quiz

Een maand heeft ongeveer 4 weken.
Een maand heeft ongeveer 30 dagen.

Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?
A
36
B
37
C
38
D
40

Slide 19 - Quiz

De vriendin van Destiny komt 3 maanden naar Australië om samen rond te reizen.

Hoeveel dagen is dat ongeveer
A
50
B
90
C
120
D
180

Slide 20 - Quiz

Ik weet wat referentiematen zijn.
A
Helemaal niet
B
Nog niet helemaal
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel

Slide 21 - Quiz

Ik kan nu rekenen met referentiematen.
A
Helemaal niet
B
Nog niet helemaal
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel

Slide 22 - Quiz