schrijven - feit-mening-argument

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

b2E

haa

Leesboek..

schrijven H4 - feit, mening, argument

De foto staat in de plaatselijke krant. Vul een onderschrift in voor onder de foto.

De foto staat ook in een tijdschrift van de Dierenbescherming. Bedenk hiervoor een onderschrift.

Als je je mening geeft, leg je ook uit waarom je die mening hebt. Je geeft dan een argument voor je mening. Als je andere mensen wilt overtuigen, moet je aantonen dat je gelijk hebt. Dat doe je met argumenten.

schrijven H4 - feit, mening, argument

Zo geef je goede argumenten

Noteer achter je mening het signaalwoord want of omdat en maak de zin af. Bijvoorbeeld: Ik vind dat Martin Garrix fantastische muziek maakt, want zijn composities zijn gevarieerd en vernieuwend.

Vergelijk jouw situatie met die van iemand anders. Bijvoorbeeld:

Ik vind dat wij ijsvrij moeten krijgen, want op andere scholen geven ze dat ook.

schrijven H4 - feit, mening, argument

Leg uit dat iets in het belang is van jou en van je lezers. Bijvoorbeeld:

Mijn mening is dat de controle op het fietsenhok verscherpt moet worden, want er worden vaak fietsen vernield of gestolen.

Bedenk bij je argumenten een goed voorbeeld. Bijvoorbeeld:

Ik vind dat ik zelf mag bepalen hoe laat ik naar bed ga, want ik kom er ‘s morgens toch op tijd uit. Gisteren ging ik bijvoorbeeld om half twaalf naar bed en toch was ik gewoon om zeven uur op.

schrijven H4 - feit, mening, argument

Gebruik signaalwoorden als je meer argumenten noemt. Bijvoorbeeld: ten eerste, ook, bovendien, tot slot.

Leg uit waar je argumenten vandaan komen. Noem je bronnen. Bijvoorbeeld: vrienden, media, eigen ervaring.

Bedenk voor deze mening twee argumenten.

a Er moeten aparte fietspaden komen voor elektrische fietsen en brommers.

Er moeten aparte fietspaden komen voor elektrische fietsen en brommers.

maken: 

H4 Woordenschat - Voorvoegsels en achtervoegsels - Opdracht 1 t/m 3

H4 Lezen - feiten, meningen en argumenten – opdracht 1 en 2

H4 schrijven - feiten, meningen en argumenten - opdracht 1 ,2