6.2 Verhoudingen 1E (11-1-2021)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

H6 Verhoudingen

Herhaling

* Spullen mee?

* Thuisoefeningen gemaakt?

Lesprogramma

* Filmpje

* Voorbeeld opgave

* Thuisoefeningen nakijken

* Thuisoefening voor volgende les

Oefenen!

Hoofdstuk 6

We maken samen opgave 9 op blz. 190.

Opgave 9

a en b. 

c. Gerard moet 500 eurocent of  € 5,00 betalen voor 250 gram koekjes.

Thuisoefening

Hoofdstuk 6

Maak opgaven 2, 3, 5, 6, 8, U1 en U2 (of O7 en O8 i.p.v U1 en U2) op blz. 186, 187, 188 en 189.

Opgave 2

a. Stef moet 3 x 5= 15 glazen water bij de siroop doen.

b. Stef moet dan 3 x 3 = 9 glazen water bij de siroop doen.

Opgave 3

a. op 1 liter rijdt de auto 11 km. Dan rijdt een auto op 7 liter, 7 x 11 = 77 km.

b. op 45 liter rijdt een auto dan 45 x 11 = 495 km.

Opgave 5

a. 

Opgave 5

b. 

Opgave 6

a. Bij het pijltje onder de tabel hoort 4 x te staan.

b. Voor 400 gram betaal je koekjes 90 x 4 = 360 centen. Dat is €3,60.

Opgave 6

c en d. 

Opgave 8

a.

Opgave 8

b. 

Opgave 8

c. *

d. 

Opgave 8

e. Voor 45 vierkante meter is 7,5 liter nodig (zie verhoudingstabel).

Opgave U1

bnbnb

Ronald heeft 16 pakken laminaat nodig. 

Opgave U2

gg

Rina heeft 52,5 minuten nodig voor 56 kranten bezorgen.

Opgave O7

a. onder de pijl staat x 2.

b. Voor dit recept voor 8 personen is 2 x 1000 = 2000 gram tomaten nodig.

Opgave O7

voor 20 personen is 5 x 1000 = 5000 gram tomaten nodig.

Opgave O8

a. Bij de eerste pijlen moet x 5 staan en bij de 2e pijlen x 3.

b. 30 liter kost 75 euro.

Opgave O8

c. 

d. Ja, de prijzen zijn gelijk.

Oefenen!

Hoofdstuk 6

Maak opgaven 11, 12, 13 en 14 op blz. 190 en 191.

Voor meer oefening: zie magister. 

Thuisoefening

Hoofdstuk 6

Maak opgaven 11, 12, 13 en 14 op blz. 190 en 191.

Voor meer oefening: zie magister.