Het artikel 2021 - III

Het artikel 2021 - III
Blz. 145
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Het artikel 2021 - III
Blz. 145

Slide 1 - Diapositive

Het artikel
- Een artikel is geen brief of e-mail. Begin dus met een titel (geen aanhef!).
- Achter een titel komt geen punt.
- Bedenk voor welke doelgroep je schrijft (in dit geval bovenbouwleerlingen).
- Maak een alinea-indeling en gebruik een inleiding, kern en slot. Hou de volgorde van de punten in de opdracht aan en bepaal van tevoren een logische alinea-indeling. 
- Maak gebruik van de juiste signaalwoorden.
- Sluit af met je voor- en achternaam en eventueel je klas. 
- Je let natuurlijk op je taalgebruik. Voor spellingsfouten, formuleringsfouten en interpunctiefoutem krijg je punten aftrek. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Spelling
Energie drankjes

OF

Energiedrankjes 

Slide 6 - Diapositive

Formuleren: veelgemaakte fouten

- Loze verwijswoorden
- Onduidelijke verwijswoorden
- Foutieve inversie
- Foutieve samentrekking

Slide 7 - Diapositive

Onduidelijke verwijzing
De directeur is samen met een aantal docenten bezig om een verbod verbod in te voeren voor het op en rondom het schoolgebouw drinken van energiedrank. Ook mogen ze dit niet bij zich hebben. 

Slide 8 - Diapositive

Hoe dan wel?
Het gebruik van energiedrank is zeer populair bij ons op school. Dit schooljaar is er een enorme stijging geweest in het gebruik van energiedrank. Daarom is de directeur een verbod aan het overwegen. Dit verbod houdt in dat er in en rondom de School geen energiedrank meer gedronken mag worden. Ook mogen de leerlingen de drankjes niet mee bij zich hebben.

Slide 9 - Diapositive

Onduidelijke verwijzing
Alinea 1: De directeur vindt het namelijk veel te veel worden en merkt zogenaamd verschil in gedrag. Je mag de blikjes zelfs niet meer bij je hebben. (naar wie wordt verwezen met “je”?)


Alinea 2: Het voordeel is dan ook dat je een actievere en energieke klas voor je hebt zitten. (naar wie wordt verwezen met “je”)?

Slide 10 - Diapositive

Verwijswoorden
Fout: Een verwijswoord verwijst naar iets terug wat niet in de zin staat.

1. Er moet een verbod op onverdoofd slachten komen, omdat ze anders heel veel pijn lijden. (Wie is ze?)

Fout: Een verwijswoord kan naar meerdere woorden terug verwijzen.

2. De man was aan het spelen met de hond, waarna die hem beet. (Wie is die? De hond of de man?)

Oplossing: Een verwijswoord verwijst altijd naar iets of iemand die in de zin ervoor duidelijk benoemd is. Is het voor de lezer duidelijk wat 'het' is of wie 'hij' of 'hem' is?

Slide 11 - Diapositive

Foutieve samentrekking
1. De directeur is dit ook al opgevallen en is samen met een aantal docenten bezig om een verbod op te stellen voor het op en rondom het schoolgebouw drinken van energiedrank. 

2. Je kan laat opblijven en de les goed kunnen volgen. 

Slide 12 - Diapositive

Foutieve inversie
Een foutieve inversie is een fout in de woordvolgorde van de zin. De volgorde is meestal onderwerp + persoonsvorm + de rest van de zin. Bij een foutieve inversie verwissel je het onderwerp en de persoonsvorm van plaats, terwijl dit niet zou moeten.

Wat gaat er mis in de volgende zinnen?

Vorige week was hij ziek en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht.

Ik heb haar geschreven maar heeft ze nog niet gereageerd.

Slide 13 - Diapositive

Opdracht:
Lees je feedback.
Herschrijf jouw artikel. 
Stel vragen!

Slide 14 - Diapositive