in- en uitchecken les fictie 3M
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een theatervoorstelling is fictie.
Ja
Nee
Slide 2 - Sondage
Ik weet nu het verschil tussen fictie en non-fictie
ja
nee
Slide 3 - Sondage
Fictie of non-fictie?
Fictie
Non-fictie
Slide 4 - Sondage
Mijn lievelingsvorm van fictie is:
Games
Films
Boeken
Cabaret
Toneel
Musicals
Muziek
Series
Slide 5 - Sondage
Wat is je favoriete genre bij fictie?
Slide 6 - Sondage
Fictie of non-fictie?
fictie
non-fictie
Slide 7 - Sondage
Hoe goed kun jij je inleven in (hoofd)personages uit boeken/series/games?
Niet goed
Een beetje
Goed
Heel goed
TE goed (te meelevend)
Slide 8 - Sondage
Ik kan eigenschappen van personages benoemen en zelf levensechte personages bedenken
Ja
Nee
Slide 9 - Sondage
Check: Ik kan nu iets vertellen over het karakter van de belangrijkste personages in het verhaal (=leerdoel).
Slide 10 - Sondage
Ik weet hoe een schrijver de omgeving gebruikt om een verhaal aan te kleding.
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Sondage
Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃
