1.1 De tijd van burgers en stoommachines

De industriële samenleving in Nederland
                                                                          19e eeuw                        1800-1900
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De industriële samenleving in Nederland
                                                                          19e eeuw                        1800-1900

Slide 1 - Diapositive

De late industrialisatie in 
Nederland
In Nederland kwam de industrialisatie laat (na 1865) op gang.

Oorzaken:
  • Industrie werd niet nodig gevonden
  • Beleggers durfden niet
  • Geen steenkool (energiebron voor industrie)

Belegger: iemand die geld investeert in een bedrijf, dienst, product, etc.
Industrialisatie: de uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken.


Slide 2 - Diapositive

De late industrialisatie in
Nederland

Er waren vier oorzaken voor de industrialisatie van Nederland.

  1. Omdat handel en landbouw steeds minder opleverden, hielp de overheid met het opzetten van textielfabrieken. 
  2. Nederland verwerkte producten uit Nederlands-Indië tot eindproducten en verhandelde deze.  
  3. Dankzij de gunstige ligging van Nederland konden industrieproducten snel verhandeld worden. 
  4. Door de sterke bevolkingsgroei waren er voldoende arbeidskrachten beschikbaar.

Slide 3 - Diapositive

De industriële revolutie
De mensen trokken van het platteland naar de fabrieken om als arbeider in de fabriek te werken. Dit heet Urbanisatie: een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking. 

Gevolgen:
  • Industriële samenleving
  • Ontstaan van industriesteden. 
  • Van (huis)nijverheid              industrie. 

Slide 4 - Diapositive

Aardewerkfabriek van Regout in Maastricht (1865)

Slide 5 - Diapositive

De industriële revolutie
Na 1895 nieuwe energiebronnen (elektriciteit en aardolie) en opkomst nieuwe industrieën (bijv. olie, gloeilampen, chemie).

 Industrialisatie            Nieuwe banen in industrie en in dienstensector.

Oorzaken snelle industrialisatie na 1895:
  • Groei wereldhandel (groei Duitse industrie)
  • Bevolkingsgroei (meer kopers)


Slide 6 - Diapositive

De industriële revolutie
De hoge productie van de nieuwe fabrieken was erg winstgevend voor de eigenaren van de fabrieken en zorgde voor een grote rijkdom bij deze kapitalisten: aanhangers van kapitalisme, fabriekseigenaren. 

Kapitalisme: Vorm van produceren in die is gericht op het behalen van een zo hoog mogelijke winst. Bedrijven zijn in het bezit van mensen en niet van een land.


Slide 7 - Diapositive

Spotprenten
Kapitalisten worden vaak afgebeeld met:

  • Pak + hogehoed
  • Dik en onverzorgd
  • Met veel geld.
  • Positief of negatief beeld? 



Slide 8 - Diapositive

Wie heeft de bron gemaakt en waarom denk je dat?

Slide 9 - Question ouverte

Transportrevolutie
In Nederland vond eerst een transportrevolutie plaats: grondige modernisering en verbetering van verkeer en transport in de 19e eeuw.


Dit gebeurde door: aanleg van kanalen, verharde wegen en spoorwegen.
Transportrevolutie -> behoefte aan ijzeronderdelen en machines -> industrialisatie in Nederland.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Veranderingen op het platteland.

Het ging ook goed met de landbouw door:
  • Gebruik stoommachines                    hogere opbrengst
  • Uitvinding kunstmest                         hogere opbrengst 
  • Meer vraag naar zuivelproducten (oorzaak: bevolkingsgroei en stijging van de welvaart)
  • Mechanisatie:  het vervangen van handarbeid door machines  minder banen in landbouwsector                landarbeiders trokken naar fabrieken in steden.


Slide 12 - Diapositive

Gevolgen industrialisatie 
Industriele samenleving ontstaat met verschillende sectoren
Er ontstaat een arbeidsmarkt met mensen die in dienst zijn : Werknemers en mensen die de baas waren : Werkgevers

Slide 13 - Diapositive

Meer en grotere steden
Bestaande steden groeiden en er kwamen nieuwe steden bij. Dit heet verstedelijking.

Meer dan de helft van de bevolking kwam in steden te wonen.

Oorzaken verstedelijking:
  • Bevolkingsgroei 
  • Werkloosheid op het platteland -> trek naar stad (door industrialisatie werk in de stad) 

Slide 14 - Diapositive

Urbanisatie
  • Verstedelijking

  • Grote armoede

  • Waarom gebeurde dit?

Slide 15 - Diapositive