Persoonsvorm en onderwerp werkwoordelijk gezegde

Persoonsvorm en onderwerp
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 2 - Carte mentale

0

Slide 3 - Vidéo

Wat is de persoonsvorm?
Meisjes besteden meer geld aan kleding dan jongen.
A
Meisjes
B
besteden
C
meer geld
D
dan jongens

Slide 4 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
De meeste jongens vinden kleding niet zo belangrijk.
A
De meeste jongens
B
vinden
C
kleding
D
niet zo belangrijk

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Ik koop wel graag kleren.
A
Ik
B
koop
C
graag
D
kleren

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Maar gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.
A
Maar
B
gisteren
C
heb
D
verloren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

  • Vraagzin maken

Slide 10 - Diapositive

Tijd veranderen
Vraagzin maken

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Tekst

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

persoonsvorm en onderwerp?
De achtertuin is erg diep.

Slide 15 - Question ouverte

persoonsvorm en onderwerp?
Hij heeft hele grote voeten.

Slide 16 - Question ouverte

 Werkwoordelijk gezegde
  • Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.

  • De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.

  • Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 
    ‘doet’ of ‘overkomt’.


Slide 17 - Diapositive

'Faye heeft goed geleerd voor de toets'
werkwoordelijk gezegde =
A
Faye
B
heeft geleerd
C
Faye heeft
D
heeft

Slide 18 - Quiz

'Daniël gaat vakantie vieren.'
werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Daniël
C
vieren
D
gaat vieren

Slide 19 - Quiz

'Rik gaat een website ontwerpen.'
werkwoordelijk gezegde =
A
ontwerpen
B
een website
C
gaat ontwerpen
D
Rik

Slide 20 - Quiz

Lotas maakt een mooi schilderij.

Werkwoordelijk gezegde =

Slide 21 - Question ouverte

Lotas kan heel mooi schilderen.

Werkwoordelijk gezegde =

Slide 22 - Question ouverte