K3 - woordsoorten H4

In deze les

Woordsoorten:

  •  lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • werkwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

In deze les

Woordsoorten:

  •  lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • werkwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

LIDWOORD

Er zijn drie lidwoorden:

- de

- het ('t)

- een ('n)

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

De en het zijn bepaalde lidwoorden.

Een is een onbepaald lidwoord.

Slide 3 - Diapositive

ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Woorden voor:



mensen

dieren

planten/natuurverschijnselen

dingen/gevoel

(eigen)namen

Slide 4 - Diapositive

ZELFSTANDIG NAAMWOORD





- heeft meestal een enkelvoud en een meervoud

(vriend - vrienden)

- kan vaak klein of groot gemaakt worden

(taart - taartje)

- staat vaak met een lidwoord geschreven

(de klas, een boek, het paard)

Slide 5 - Diapositive

WERKWOORD

 werkwoorden = doe-woorden

- zegt wat iets of iemand doet of overkomt

- kan vervoegd worden (kan verschillende vormen hebben)




Slide 6 - Diapositive

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord


- het spannende boek

- een spannend boek

- het boek is spannend

Slide 7 - Diapositive

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- staat meestal in de buurt van een zn


- heeft een korte en een lange vorm


- kent de trappen van vergelijking




de groene appel - de appel is groen - de groene
sterk - sterke  /  zwart - zwarte
gaaf - gaver - gaafst

Slide 8 - Diapositive

VOORZETSEL

Ook wel de 'kast'- of 'feest'woorden genoemd:


in, op, uit, voor, achter, naast, door, over, 

tijdens, tot, zonder, met, bij, sinds

Slide 9 - Diapositive

Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
___________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
_______
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
____
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 12 - Quiz

Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
____
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 13 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 14 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 15 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 16 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
___________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 17 - Quiz

GELEERD

- je weet wat taalkundig ontleden is

 - je kunt woorden indelen in  de woordsoorten:






lidwoorden

zelfstandige naamwoorden

werkwoorden

bijvoeglijke naamwoorden

voorzetsels

Slide 18 - Diapositive