Nieuwsbegrip, niveau AA week 4, tekst lezen, woorden en vragen

Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip week 4 

Vogels tellen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip week 4 

Vogels tellen

Slide 1 - Diapositive

Woorden

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Heel veel mensen houden dat dit weekend bij.
Wat betekent bijhouden?
A
iets opschrijven om niet meer te vergeten
B
knippen
C
scheren
D
tekenen

Slide 20 - Quiz

Waarom gaan veel mensen dit weekend vogels tellen?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek organiseren de vogeltelling.Wat betekent organiseren?
A
iets doen
B
iets regelen
C
iets vragen
D
iets maken

Slide 23 - Quiz

Zijn er veel minder vogels van een soort?
Wat betekent de soort?
A
de dieren of dingen die bij elkaar horen.
B
een voorbeeld
C
de mensen die samenwerken

Slide 24 - Quiz

Die soort moet dan beter beschermd worden.
Wat betekent beschermen?
A
Zorgen dat er niets van overblijft
B
Zorgen maken over iets
C
Zorgen dat het goed blijft gaan met iets.

Slide 25 - Quiz

Wie organiseren de vogeltelling?

Slide 26 - Question ouverte

Waarom wordt de vogeltelling gehouden?
A
Zo weten ze hoeveel tuinvogels er in de hele wereld zijn. En ze kunnen kijken welke vogels er naar welk land vliegen.
B
Zo weten ze hoeveel tuinvogels er in Nederland zijn. En ze kunnen kijken hoe het met de vogels gaat.
C
Zo weten ze welke tuinvogels veel fluiten en vliegen. En ze kunnen kijken welke vogels niet graag in tuinen zitten.

Slide 27 - Quiz

Wanneer weet de Vogelbescherming dat er iets moet gebeuren?
A
Als er bij de vogeltelling veel vogels van een soort geteld worden door verschillende mensen.
B
Als er veel minder vogels van een soort zijn en er iets aan de hand is met die vogels.
C
Als Vogelbescherming tijd heeft om te kijken naar de vogels in Nederland.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

De vogeltelling wordt jaarlijks gehouden.
Wat betekent jaarlijks?
A
elke dag
B
elke week
C
elke maand
D
elk jaar

Slide 30 - Quiz

Waarom is de winter de beste tijd om vogels te tellen?
A
In de winter komen vogels naar tuinen toe om eten te zoeken.
B
In de winter zie je de vogels goed in tuinen zitten, omdat er dan vaak sneeuw ligt.
C
In de winter zijn er vogels in Nederland en in de zomer niet.

Slide 31 - Quiz

... komen er meer vogels tevoorschijn.
Wat betekent 'tevoorschijn komen'?
A
zich laten horen
B
zich laten zien
C
zich laten ruiken

Slide 32 - Quiz

Waarom is het fijn als dit weekend de zon schijnt?

Slide 33 - Question ouverte

Hoe vaak wordt de vogeltelling gehouden?
A
dagelijks
B
wekelijks
C
jaarlijks

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Je telt alleen de vogels die landen.
Wat betekent landen?
A
In de lucht blijven.
B
Vanuit de lucht op de grond komen.
C
Op de grond blijven.

Slide 36 - Quiz

Waar moet je op letten als je vogels gaat tellen? Noem 2 dingen.

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Welke vogel is vorig jaar het meest geteld?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Wie wordt/worden bedoeld met 'ze'?

Slide 41 - Question ouverte

Wie wordt/worden bedoeld met 'ze'?

Slide 42 - Question ouverte

Wie wordt/worden bedoeld met 'ze'?

Slide 43 - Question ouverte

Dit was het einde van de les.
Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage