Les 1 Geluid par 1

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?


- Herhaling + nieuwe stof Geluid
- Opdrachten maken in je boek + werkblad


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt een aantal geluidsbronnen noemen.
Je kunt uitleggen hoe het geluid van een luidspreker zich verspreidt tot je oren het geluid opvangen.
Je kunt uitleggen wat een tussenstof is.
Je kunt de geluidssnelheid in lucht van 20 °C noemen.
Je kunt beschrijven hoe je geluid hoort.

Slide 3 - Diapositive

Wat is geluid?
Geluid is een trilling die zich door een tussenstof verplaatst. 

Slide 4 - Diapositive

Dus een trilling door een stof....
Trilling
Er komt een trilling van de bron, die een stof in beweging brengt. 
Tussenstof
De trilling van de bron beweegt zich door de stof naar je oor. 
Geluidsbron
Een voorwerp dat geluid maakt
Conus

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Verschillende soorten tussenstof
Snelheid van geluid
Snelheid van geluid in lucht is 340 m/s (= 1225 km/h)
Tussenstof
Een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron naar je oren.
Tussenstof (in gasvorm)
bijvoorbeeld: Zuurstof
Tussenstof (vloeistof)
bijvoorbeeld: Water
Tussenstof (vast)
bijvoorbeeld: Metaal en de botten van je schedel

Slide 7 - Diapositive

Afstand van onweer berekenen
Ik zie een flits en hoor 1,5 seconden later de donder. Hoe ver is het onweer van mij vandaan?

Snelheid van geluid
Snelheid van geluid in lucht is 340 m/s (= 1225 km/h)

Slide 8 - Diapositive

Moleculen
Geluid beweegt zich sneller door een vaste stof.
Doordat de moleculen dichter op elkaar zitten. 

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Maak opdracht 1 t/m 6 en 9+ 10 op het werkblad (NIET opdracht 7 en 8)

- Verder werken aan paragraaf 1

Slide 10 - Diapositive

Geluidsgolven en frequentie
Frequentie = aantal trillingen (golven) per seconde
Hoge toon = veel golven
Lage toon = weinig golven

Geluidssterkte = sterkte (volume) van het geluid
Hoge golf = hard geluid
Lage golf = zacht geluid

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive