quiz voortplanting

Secundaire geslachtskenmerken zijn zichtbaar bij de geboorte
A
waar
B
niet waar
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
AFPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Secundaire geslachtskenmerken zijn zichtbaar bij de geboorte
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Wat is de functie van de Graafse follikel na de ovulatie?
A
Het corpus luteum zal dan de aanzet geven tot de menstruatie
B
Het corpus luteum produceert oestrogeen en progesteron met als doel de zwangerschap in stand houden
C
Het gele lichaam vangt de overtollige zaadcellen op en resorbeert deze
D
Het gele lichaam produceert testosteron wat PMS klachten doet verminderen

Slide 2 - Quiz

welke weg legt de eicel af vanaf de ovulatie tot aan de partus:
uterus, tuba, vulva, cervix, ovarium

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de functie van de Döderlein-bacillen?
A
Productie van vit K
B
Bescherming tegen een zwangerschap
C
Bescherming tegen infecties
D
Productie van de slijmprop in de zwangerschap

Slide 4 - Quiz

De testis behoren tot de inwendige geslachtsorganen van de man.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Welke weg legt een spermatozoa af van waar hij ontstaat tot het het mannelijk lichaam verlaat?

Slide 6 - Question ouverte

De klieren van Cowper voegen aan toe aan sperma:
A
zaad
B
basische vloeistof met fructose
C
licht zure anti bacteriële vloeistof
D
dik kleverig slijm

Slide 7 - Quiz

De ontwikkeling van de geslachtscellen noem je
A
mitose
B
meiose

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurd er tijdens de proliferatie fase?
A
menstruatie
B
opzwellen endometrium
C
opbouw slijmvlies
D
point of no return

Slide 9 - Quiz

Oxytocine speelt een rol bij
A
een bevalling
B
het geven van borstvoeding
C
een orgasme
D
alle 3

Slide 10 - Quiz

De bevruchting vindt plaats in
A
de tuba
B
het ovarium
C
het endometrium
D
de cervix

Slide 11 - Quiz

De baard in de keel in een secundair geslachtskenmerk van de man
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Testosteron wordt geproduceerd door
A
introductie cellen
B
interstitiële cellen

Slide 13 - Quiz

Een geslachtscel
A
is haploïd en heeft 46 chromatiden
B
is diploïd en heeft 23 chromatiden
C
Is diploïd en heeft 46 chromatiden
D
is haploïd en heeft 23 chromatiden

Slide 14 - Quiz

FSH en LH worden geproduceerd door
A
de hypofyse achterkwab
B
de hypofyse voorkwab

Slide 15 - Quiz

De baarmoeder is in optimale conditie voor ontvangst van een bevruchte eicel tijdens de
A
menstruatiefase
B
proliferatiefase
C
secretiefase

Slide 16 - Quiz

Ejaculatie vindt plaats tijdens de
A
plateaufase
B
orgastischefase
C
ontspanningsfase
D
opwindingsfase

Slide 17 - Quiz

Heeft iemand casuïstiek over dit onderwerp vanuit stage?

Slide 18 - Diapositive