Les 3: Het feodale stelsel

Tijd van monniken en ridders
 Les 3: Het feodale stelsel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tijd van monniken en ridders
 Les 3: Het feodale stelsel

Slide 1 - Diapositive


We gaan terug naar de vroege Middeleeuwen ....

Slide 2 - Diapositive

De leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk werd bestuurd.
2. Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk zich ontwikkelde vanaf Karel de Grote.
3. Je kunt beschrijven hoe het leenstelsel zich ontwikkelde.


K.A.: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al de Karel de Grote?

Slide 4 - Carte mentale

Merovingische Rijk
In West-Europa lagen rond 500 verschillende Germaanse koninkrijken (vaak meer met een stamhoofd). In die tijd breidde Clovis, koning der Franken, zijn rijk uit over België en Frankrijk.

Slide 5 - Diapositive

Hertogen en graven
De Franken namen net als andere Germaanse heersers restanten van het Romeinse bestuurssysteem en recht over. Ook Germaanse koningen benoemden bv. hertogen en graven.

Slide 6 - Diapositive

De Salische wet
Clovis liet het gewoonterecht van zijn volk opschrijven. Hierin stonden verschillende schadevergoedingen bij misdrijven. Ook stond vermeld hoe de erfenis van vaders moet worden verdeeld

Slide 7 - Diapositive

Karel de Grote (747-814)
De Karolingen namen in de 8e eeuw de macht in het Frankenrijk over. Karel de Grote was vanaf 768 koning der Franken en vanaf 800 keizer (gekroond door de paus) van het Heilige Roomse Rijk

Slide 8 - Diapositive

Afschaffing erfdeling
Lang bleef Karels rijk niet bestaan. Na het uitsterven van de Karolingen kwamen de Ottonen op. Koning Otto I nam Karel de Grote als voorbeeld en werd keizer van het Heilige Roomse Rijk.

Slide 9 - Diapositive

Ridders
Een koning kan niet in zijn eentje oorlog voeren. Daar zijn de lagere heren (edelen) met ruiterlegers voor nodig die daar voor worden beloond. Ridders werden superieur aan het voetvolk.

Slide 10 - Diapositive

Feodalisme
De koning (leenheer) bond de adel ook d.m.v. wederzijdse trouw. Dit was de basis van een nieuw bestuursstelsel: een leenstelsel. De koning gaf bv. gebied/ambt in leen aan een vazal (leenman).

Slide 11 - Diapositive

Erfelijk heersers
Ook hertogen en graven werden vazallen, die zwoeren de koning trouw te dienen. Na de dood van Karel de Grote gingen vazallen hun leen zien als erfelijk bezit. Zelf leenden ze ook uit...

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo