M3 Chap 5H

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

La grammaire: Bloc 5H

Het bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord:

Het bijvoeglijk naamwoord

We kijken naar:

- vorm: hoe zorg je voor het goede bijv.nw

- plaats in de zin: waar moet het woord staan

een kleine jongen

een sportieve jongen

een gevaarlijke sport

een kleine jongen

een sportieve jongen

een gevaarlijke sport

un petit garçon

een kleine jongen

een sportieve jongen

een gevaarlijke sport

un petit garçon

un garçon sportif

een kleine jongen

een sportieve jongen

een gevaarlijke sport

un petit garçon

un garçon sportif

un sport dangereux

VORM

de vorm van het bijv.nw

moet je aanpassen aan het zelfst.nw:

Let op!

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e? Dan krijg je geen extra e bij vrouwelijke woorden.

een klein meisje

een sportief meisje

een groot huis

een klein meisje

een sportief meisje

een groot huis

une petite fille

een klein meisje

een sportief meisje

een groot huis

une petite fille

une fille sportive

een klein meisje

een sportief meisje

een groot huis

une petite fille

une fille sportive

une grande maison

Hoe maak je ze vrouwelijk als ze eindigen op:

Van de volgende bijvoeglijke naamwoorden is de vrouwelijke vorm helemaal onregelmatig:

PLAATS

bijvoeglijke nw staan achter het zelfst.nw

behalve......

die moeten -->    wel voor het zelfst.nw

Dan moet je ze leren!

WB B p. 27

Maak nu:

opdrachten:

30bc

31abc