voltooide tijd

Wat weet je van.....
de voltooide tijd?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat weet je van.....
de voltooide tijd?

Slide 1 - Diapositive

Voltooide tijd
* In het verleden
* Het is klaar, afgelopen

* Twee werkwoorden:
- hebben + voltooid deelwoord
- zijn + voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Regelmatig:          ge___(stam)___d/t  

Onregelmatig:           ge__(stam) ___en

Slide 3 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              ?

Slide 4 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              fiets

Slide 5 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              fiets
je doet      1.       ge + stam:     ?
              

Slide 6 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              fiets
je doet 1.  ge + stam:     gefiets
                

Slide 7 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              fiets
je doet 1.  ge + stam:     gefiets
                2. + d / t:              ?

Slide 8 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
volgen een regel:

werkwoord:       fietsen
de stam:              fiets
je doet 1.  ge + stam:     gefiets
                2. + d / t:              gefietst

Slide 9 - Diapositive

NOG EEN WERKWOORD
werkwoord:         wonen
stam:                      _______

Slide 10 - Diapositive

NOG EEN WERKWOORD
werkwoord:         wonen
stam:                     woon
1. ge + _____ :

Slide 11 - Diapositive

NOG EEN WERKWOORD
werkwoord:         wonen
stam:                     woon
1. ge + _____ :       gewoon
2. + d / t  :              gewoond

Slide 12 - Diapositive

vraag:
wanneer gebruik je _d? (gewoond)
wanneer gebruik je -t? (gewerkt)

Slide 13 - Diapositive

Kijk naar de laatste letter van de stam :
Zit de letter in T EXKOFSCHIP / SOFTKETCHUP X ?

Dan voeg je -t toe.

Zit de letter niet in T EXKOFSCHIP / SOFTKETCHUP X ?

Dan voeg je -d toe.

Slide 14 - Diapositive

-t

Slide 15 - Diapositive

-t

Slide 16 - Diapositive

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: pakken

Slide 17 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: schilderen

Slide 18 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: hopen

Slide 19 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: tekenen

Slide 20 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: leven

Slide 21 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: razen

Slide 22 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: wandelen

Slide 23 - Question ouverte

Geef de stam en het voltooid deelwoord van: maken

Slide 24 - Question ouverte

werkwoorden met een prefix
krijgen geen ge-

gebruiken
verhuizen
bestellen
herkennen
ontdekken

Slide 25 - Diapositive

werkwoorden met een prefix
krijgen geen ge-

gebruiken      >     gebruikt
verhuizen      >     verhuisd
bestellen       >     besteld
herkennen    >     herkend
ontdekken    >     ontdekt

Slide 26 - Diapositive

Nu zinnen maken!
Wat hebben we nodig?
Twee hulpwerkwoorden.

* hebben
* zijn

Slide 27 - Diapositive

de volgorde in de zin
Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
Zij heeft haar moeder gebeld.
We hebben een portret geschilderd.

Ik ben naar school gefietst.
Hij is op vakantie geweest.
Ze zijn te laat naar school gegaan.

Slide 28 - Diapositive

De volgorde:
- onderwerp (subject)
- persoonsvorm (hebben/zijn)
- rest van de zin
- voltooid deelwoord

Slide 29 - Diapositive

Zet in de voltooide tijd:
Alessandro maakt muziek.

Slide 30 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd:
Callen zegt geen woord.

Slide 31 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd:
Maria tekent een mooi portret.

Slide 32 - Question ouverte

Seth luistert stil naar de juf.

Slide 33 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd: Samuel gaat na school direct naar huis.

Slide 34 - Question ouverte

Vildan en Rihab stoppen met kletsen.

Slide 35 - Question ouverte

Het regent de hele dag.

Slide 36 - Question ouverte


Slide 37 - Question ouverte