1.2 De vorst aan de macht



 Je telefoon ligt in je zit in de tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



 Je telefoon ligt in je zit in de tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE

Slide 1 - Diapositive

1.2 De vorst aan de macht
Wereld: GS/LE

Slide 2 - Diapositive



Hoofddoel:

R1) Ik kan uitleggen wat heb absolutisme is en hoe de Verlichting hier tegengas op geeft.


lknwe
Subdoelen:
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met een standenmaatschappij.
- Ik kan kenmerken van het absolutisme beschrijven.
- Ik kan uitleggen hoe godsdienst van invloed was op de samenleving en hoe deze invloed veranderde in de 17e/18e eeuw
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de idealen(ideeën) van de Verlichting en deze beschrijven.
- Ik kan de afschaffing van de slavernij koppelen aan de idealen(ideeën) van de Verlichting.



De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Diapositive

De vorst krijgt absolute macht
  • Vroeger leefden men volgens een standenmaatschappij. Dit hield in dat je lid was van een bepaalde groep mensen. Die mensen hadden bijvoorbeeld meer of minder rechten dan de groep boven of onder hun. Wij kennen er in de 17e en 18e eeuw drie: De geestelijken, de adel en de burgers/boeren.
  • De vorst had de meeste macht. Hij stond nog boven deze drie categorieën. De vorst had zelfs zo veel macht, dat hij alles in zijn eentje mocht bepalen. Hij had wel de standenvergadering om hen te helpen, maar die riep hij nooit bijeen. Dit systeem noemen we absolutisme.
Begrippen
Standenmaatschappij: Maatschappij die hierarchisch verdeeld is in drie standen: Geestelijken, Adel, Boeren

Absolutisme: Bestuursvorm waarbij de vorst alles zélf mocht beslissen.

Standenvergadering: Een vergadering waarheen iedere stand mensen stuurde om met elkaar en de vorst te overleggen.

Slide 4 - Diapositive

Standenmaatschappij

Slide 5 - Question de remorquage

De vorst krijgt absolute macht
  • Bijna iedereen in Europa was christen en gehoorzaamde aan God. Volgens de vorst, had hij de macht van die God gekregen. Het volk dacht daarom ook dat ze naar de vorst moesten luisteren. In Frankrijk had je ook zo'n vorst: Lodewijk XIV .
  • Behalve de vorst en zijn adel had ook de katholieke kerk veel macht, aangezien bijna heel Europa christen was.  De kerk had invloed op het onderwijs en de ziekenzorg. Niet iedereen is hier blij mee. In de zestiende eeuw zie je dat er steeds meer mensen kritisch werden. 

Slide 6 - Diapositive

Twijfel aan de almacht van de vorst
  • Toen men steeds meer ging twijfelen aan hoe het geloof werd vormgegeven, begonnen ze ook meer te twijfelen aan de koning. Hij zou namelijk de macht van God gekregen hebben. Mensen begonnen steeds meer in zichzelf te geloven en minder in het geloof. De periode waarin men dit bedacht, noemen we de Verlichting.  Je moest niet de kerk of vorst gehoorzamen, maar je eigen verstand. Mensen moesten meer macht krijgen
Begrippen
Verlichting: Periode waarin wetenschappers en onderzoekers de samenleving wilden veranderen. Zij wilden dat mensen voor zichzelf gingen nadenken.

Slide 7 - Diapositive

Twijfel aan de almacht van de vorst
De ideeën van de Verlichting waren: 
  • Mensen moesten zelf nadenken.
  • Alle mensen moesten gelijk zijn.
  • Alle mensen hadden recht op vrijheid, recht op vrije meningsuiting en recht op hun eigen geloof.


Begrippen
Verlichting: Periode waarin wetenschappers en onderzoekers de samenleving wilden veranderen. Zij wilden dat mensen voor zichzelf gingen nadenken.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit waarom het idee van slavernij niet overeen komt met het verlichtingsdenken.

Slide 9 - Question ouverte

Twijfel aan de almacht van de vorst
  • Ook moest elke vorst volgens de wetenschappers zijn volk goed besturen. Als hij de rechten van het volk niet respecteert, mocht je hem afzetten. In Nederland was dit tijdens de opstand al eens gebeurd.  Deze verschillende rechten heten grondrechten. Op dit moment heeft ieder land een grondwet met daarin grondrechten. Vroeger was dit niet zo. Toen waren er meer plichten. De Verlichting heeft hier verandering in gebracht. 
Begrippen
Verlichting: Periode waarin wetenschappers en onderzoekers de samenleving wilden veranderen. Zij wilden dat mensen voor zichzelf gingen nadenken.

Slide 10 - Diapositive



Hoofddoel:

R1) Ik kan uitleggen wat heb absolutisme is en hoe de Verlichting hier tegengas op geeft.


lknwe
Subdoelen:
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met een standenmaatschappij.
- Ik kan kenmerken van het absolutisme beschrijven.
- Ik kan uitleggen hoe godsdienst van invloed was op de samenleving en hoe deze invloed veranderde in de 17e/18e eeuw
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de idealen(ideeën) van de Verlichting en deze beschrijven.
- Ik kan de afschaffing van de slavernij koppelen aan de idealen(ideeën) van de Verlichting.



De leerdoelen: deze les

Slide 11 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat heb absolutisme is en hoe de Verlichting hier tegengas op geeft.

Ja
Bijna, ik kan het samen met mijn buur oplossen
Nee het lukt mij nog niet, ik wil graag meer tijd om er zelf aan te werken .
Nee het lukt nog niet, ik wil graag meer hulp

Slide 12 - Sondage



 Waar: Tijd voor geschiedenis
-> Hoofdstuk 1
-> Paragraaf 2

 Wat: Alle opdrachten

 Wanneer: Volgende les

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag

Slide 13 - Diapositive