Begrijpend lezen: oefenen met tekst 3 van blok 4

Nederlands
Oefenen met een tekst
havo 3
P2 2021-2022
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Oefenen met een tekst
havo 3
P2 2021-2022

Slide 1 - Diapositive

Aan de slag!
Lees tekst 7 grondig: Vooroordelen over vwo'ers ontkracht 
 Zie p. 177 van je boek

Maak daarna de vragen op de volgende slides.

Slide 2 - Diapositive


Welke twee manieren van inleiden gebruikt de schrijver in alinea 1?

Slide 3 - Question ouverte


Leid de betekenis van de volgende woorden af uit de context.
a. introvert (r. 4)
b. prioriteit (r. 7)

Slide 4 - Question ouverte


Waarnaar verwijst het vetgedrukte woord Dit in r. 8?
Schrijf ook het regelnummer op.

Slide 5 - Question ouverte


A. Op welke twee manieren zijn alinea 1 en 2 met elkaar verbonden?
B. Leg je antwoord op de vraag uit.

Slide 6 - Question ouverte


Noteer een passend tussenkopje boven alinea 2.

Slide 7 - Question ouverte


Wat voor soort argument gebruikt de schrijver in alinea 2?
A
feitelijk argument
B
vergelijkingsargument
C
emotioneel argument
D
ervaringsargument

Slide 8 - Quiz


Wat is de functie van de zin 'Zo heb ik bijvoorbeeld ontzettend veel geleerd van mijn mbo-collega's in de supermarkt...'
(r. 17 - 20)
A
conclusie
B
toelichting
C
advies
D
bewering

Slide 9 - Quiz


In alinea 3 gebruikt de schrijver twee soorten argumenten.
a. Welke soort argumenten zijn dat?
b. Schrijf bij elke soort het argument uit de tekst op.

Slide 10 - Question ouverte


In de laatste alinea staan signaalwoorden voor het verband uitspraak-tegenstelling.
Noteer de signaalwoorden en de delen van dit verband.

Slide 11 - Question ouverte


Is de laatste alinea een goede slotalinea?
Licht je antwoord toe.

Slide 12 - Question ouverte


Is deze tekst opgebouwd volgens de bewering- en argumentstructuur? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Question ouverte


Dit is een ...... tekst.
A
subjectieve
B
objectieve

Slide 14 - Quiz

Einde van deze les

Slide 15 - Diapositive