RB1 A0A2 13 januari 2022

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

- De woorden van hoofdstuk 3 herhalen

- Grammatica: de imperfectum herhalen

- Luisteren en lezen inleiding hoofdstuk 4

- Luisteren taak 1. Maak de opdrachten op     blz. 76 en 77

- Spreekopdracht 8.2

De woorden van hoofdstuk 3

Wat is de goede .................... van dit medicijn?

1. druppel
2. gauw
3. dosering
4. voorzichtig

Kerstmis is een leuk feest met heerlijk eten en veel ...........................

1. sluiten
2. gezelligheid
3. conditie
4. aanzetten

Wat is dit?

1. de keelpijn
2. de kiespijn
3. de spierpijn
4. de rugpijn

De dokter .................. een stethoscoop om naar haar longen te luisteren.

1. pakken
2. pak
3. pakkt
4. pakt

Ze vraagt de patiënt om een paar keer diep te ......................

1. roken
2. hoesten
3. leven
4. zuchten

De specialist moet haar verder ......................

1. druppels
2. onderzoeken
3. hoesten
4. klachten

De medicijnen werken goed maar hebben helaas ook ............................

1. schade
2. overgevoelig
3. sterkte
4. bijwerkingen

Als je melk lang wil ....................... moet je het in de koelkast zetten.

1. maximaal
2. bewaren
3. gauw
4. de temperatuur

De dokter ........................ antibiotica ....................

1. schrijft, voor
2. voor, schrijf
3. moet, schrijven
4. voor, schrijven

Diana had Corona en voelt zich nu nog steeds .......................

1. dringend
2. doodmoe
3. last hebben van
4. verkouden zijn

Mijn opa moet ..................... naar het ziekenhuis. Maar de huisarts doet nog onderzoek.

1. waarschijnlijk
2. vanzelf
3. voorzichtig
4. stopt

Als je zwanger bent of ........................... geeft, moet je ..................... met roken.

1. borstvoeding, stoppen
2. overgaan, sterkte
3. tabletten, stoppen
4. vreselijk, overgaan

De meeste ..................... zijn niet erg. Ze gaan vanzelf ...................

1. conditie, vreselijk
2. hoofdpijn, sluiten
3. gevaren, dringend
4. klachten, over

Het imperfectum (regelmatig)

de verleden tijd

eindigt de stam op een medeklinker uit

Soft ketchup x

dan krijg je 

enkelvoud: te

meervoud: ten

eindigt de stam op een andere letter:

dan krijg je

enkelvoud: de

meervoud: den

voorbeelden

gebruiken

ik/jij/hij/zij/u gebruikte

wij/jullie/zij gebruikten

pinnen

ik/jij/hij/zij/u pinde

wij/jullie/zij pinden

Maar .....................

geloven

ik/jij/hij/zij/u geloofde

wij/jullie/zij geloofden

verhuizen

ik/jij/hij/zij/u verhuisde

wij/jullie/zij verhuisden

En ......................

raden

ik/jij/hij/zij/u raadde

wij/jullie/zij raadden

praten

ik/jij/hij/zij/u praatte

wij/jullie/zij praatten

Hij ....................... (proberen)

Jij ..................... (verven)

wij ....................... (lachen)

Ik ....................... (zijn)

Jullie ....................... (doen)

De kinderen ................... (rennen)

Zij (meervoud) .......................(hebben)

Jij ........................ (reizen)

De aarde ........................... (beven)

Mijn ouders ..................... (komen)