RB1 A0A2 29 november

Wat gaan we vandaag doen?

- huiswerk nakijken
- werkwoorden oefenen
- woordjes oefenen
- luisteroefening
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?

- huiswerk nakijken
- werkwoorden oefenen
- woordjes oefenen
- luisteroefening

Slide 1 - Diapositive




werkwoorden

Slide 2 - Diapositive

De voetbalsupporters ................... de bus in brand. (steken, imperfectum)

Slide 3 - Question ouverte

De verpleegkundige heeft de patient .................... (wassen, perfectum)

Slide 4 - Question ouverte

Daan en ik ...................... de weg aan een buschauffeur. (vragen, imperfectum)

Slide 5 - Question ouverte

De restaurants zijn om 17.00 uur ...................... (sluiten, perfectum)

Slide 6 - Question ouverte

Wie heeft de die fiets aan jou ......................? (geven, perfectum)

Slide 7 - Question ouverte

Louisa .................... de fiets aan mij. (geven, imperfectum)

Slide 8 - Question ouverte

Hebben jullie al een sinterklaasgedicht .................... (schrijven, perfectum)

Slide 9 - Question ouverte

De crimineel .................... voor 4 jaar de gevangenis in. (moeten, imperfectum)

Slide 10 - Question ouverte

De directeur ............... een bonus van
€ 5.000.000. (ontvangen, imperfectum)

Slide 11 - Question ouverte

Oma was ziek en ze ................. in bed. (liggen, imperfectum)

Slide 12 - Question ouverte

Heb je wel overal ............... naar de sleutel? (zoeken, perfectum)

Slide 13 - Question ouverte




Woorden van hoofdstuk 2 oefenen

Slide 14 - Diapositive

De patient had ................ klachten.
A
centraal
B
bewijs
C
allerlei
D
openbaar

Slide 15 - Quiz

We halen de kerstballen uit de .................
A
doos
B
overdag
C
regelmatig
D
verschillend

Slide 16 - Quiz

geldt mijn .................. ook als .................?
A
tarief, pasfoto
B
gebeurtenis, locatie
C
plakken, opeenbaar
D
rijbewijs, legitimatiebewijs

Slide 17 - Quiz

Staat er nog genoeg geld op ......................?
A
de kaart
B
de post
C
de rekening
D
het paspoort

Slide 18 - Quiz

Ik ............... je een email, met alle informatie.
A
gestuurd
B
stuur
C
stuurt
D
sturen

Slide 19 - Quiz

Een jas met zakken vind ik erg ...............
A
omdat
B
wegen
C
handig
D
afhangen

Slide 20 - Quiz

De tas met flessen was te .................. om te tillen.
A
zwaar
B
plakken
C
regelmatig
D
nodig

Slide 21 - Quiz

De dieren .................. extra voer ................ in een koude winter.
A
nodig, heeft
B
hebt, nodig
C
nodig, hebt
D
hebben, nodig

Slide 22 - Quiz