wk 49 2021 2022 1N

Lezen
timer
5:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare school

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling
  • Je maakt de 1-toets spelling over blok 1 t/m 3. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstbegrip
  • Je leert de inhoud van een tekst vast te leggen door middel van enkele inhoudelijke vragen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier gaat de tekst zo over. 
Wie heeft Sinterklaas gevierd of gaat het nog vieren? 
Kun je je van vroeger nog herinneren dat je het spannend vond? 
Hoe verliep pakjesavond bij jullie? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk snoepgoed van de Sint ken je?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over de geschiedenis van sinterklaassnoepgoed?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens het lezen
  1. Wat is het verschil tussen pepernoten en kruidnoten? Noem minstens twee dingen.
  2. Waarom is de term ‘pepernoten’ tegenwoordig verwarrend? Noemdrie  dingen.
  3. Welk snoepgoed kon je vroeger geven als je iemand lief vond? Noem drie dingen.
  4. Wat was het doel van het leggen van een letter op de sinterklaascadeaus?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkele vragen om samen te maken.....
1. Op welke manier wordt de inleiding ingeleid?
A. door de nieuwste inzichten uit recent onderzoek te noemen
B. door een samenvatting van de tekst te geven
C. door een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven
D. door vragen te stellen waarop de tekst een antwoord geeft

2. In de tekst onder het kopje Pepernoten staat het signaalwoord echter (r. 12). Welk
verband geeft dit signaalwoord aan?
A. een conclusie
B. een tegenstelling
C. een voorbeeld


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na het lezen
Bedenk een cadeau dat je graag voor Sinterklaas had willen krijgen (of nog wil krijgen). 

Je gaat hier een haiku bij schrijven (een zeer kort gedichtje). 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels voor het schrijven van een haiku: 
Een haiku bestaat uit drie regels, met lettergrepenschema: 

5
7
5


Slide 10 - Diapositive

Toon deze samenvatting even kort alvorens naar het volgende voorbeeld te gaan. Is de klas al bekend met haiku's, dan is dit een goed moment om afwijkende lettergrepenschema's (zie: VOORBEREIDING - differentiatie) te introduceren. Met de schrijftool onderaan de pagina kunnen de cijfers worden doorgestreept en aangepast.
Voorbeeld Haiku


een - man - met - rood - haar(5)

zet - streep - jes - in - zijn - ge - zicht(7)

op - een - doek - vol - kleur (5)

Slide 11 - Diapositive

Bespreek vervolgens de opbouw van het gedicht: drie regels, met lettergrepenschema 5 - 7 - 5. Vertel dat het bij haiku's gaat het om het aantal lettergrepen, niet om het aantal woorden. Sta eventueel nog even stil bij het afbreken van woorden, en hoe iets soms anders kan klinken dan je het meestal schrijft: 'stree - pjes' vs. 'streep - jes'.