1HV Ch2 le restaurant

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Aujourd'hui

1) Klassikale quiz over eten & restaurants, vocabulaire, grammatica in LessonUp

2) Zelfstandig werken: huiswerk maken over "dineren in de lucht" (Bron B)

Le restaurant

Hoe voer je een gesprek  in een restaurant?

"Qu'est-ce que vous prenez?"
betekent ...

1. Wat kan ik voor u inschenken?
2. Wat drinkt u?
3. Wat neemt u?
4. Wat eet u?

Vertaal: "L'entrée"

Wat betekent "Bon appétit !"

1. Slaap lekker
2. Eet smakelijk
3. Gefeliciteerd
4. Tot ziens!

"Comme dessert, je prends ..."
betekent...

1. Als toetje neem ik...
2. Ik heb besteld...
3. Ik neem...
4. Ik nodig uit...

l'addition

1. het restaurant
2. de rekening
3. de (menu)kaart
4. het ijsje

Ik zou graag willen

1. je choisis
2. je cherche
3. je préfère
4. je voudrais

Le plat principal, le dessert, le légume
kies de juiste vertaling

1. het nagerecht , de vis, het hoofdgerecht
2. het hoofdgerecht, het voorgerecht, de groente
3. het hoofdgerecht, het nagerecht, het vlees
4. het hoofdgerecht, het nagerecht, de groente

le croissant

la boulangerie

manger

le café

la confiture

le restaurant

la baguette

Le pain au chocolat

le pain

Le gâteau

La baguette

Le croissant

La boulangerie

Wat is:

le beurre

1. 
2. 
3. 
4. 

Réservé 

Manger 

Le poulet 

Boire 

La viande 

J'ai soif

J'ai faim

Le lait

De l'eau 

Le pain 

Le petit déjeuner

Le déjeuner

Le dîner

Le dessert

Le jambon

Wat is:

la farine

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is:

les céréales

1. 
2. 
3. 
4. 

bellen

een hekel hebben aan

aankomen

praten

liever hebben

dol zijn op

adorer

arriver

préférer

parler

téléphoner

détester

Wat is:

une poire

1. 
2. 
3. 
4. 

Drinken

Eten

le jus de fruit

la tartine

le sel

le café

le lait

la farine

le légume

le pain

le sucre

  Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde 

il

elle

tu

on

nous

je

vous

ils

elles

Vertaal: "Le plat principal"