3.5 De regering en het parlement

3.5 De regering en het parlement
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.5 De regering en het parlement

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
Krijg je antwoord op de vraag:

Hoe werkt de regering?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je kan het verschil uitleggen tussen de regering en het kabinet

Je kan uitleggen wat een regeerakkoord is.

Je kan uitleggen wat de koning doet

Slide 3 - Diapositive

De kabinetsformatie!
Eerst verkiezingen voor de tweede kamer!
150 zetels te verdelen

Slide 4 - Diapositive

Besluiten nemen? meeste stemmen gelden!
  • 150 zetels in totaal
  • 75 + 1 =  76

Slide 6 - Diapositive

Dus samenwerken met meerdere partijen!
Compromis
Afspraken waarbij partijen een beetje toegeven
Regeringspartijen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Benoemen informatuer

De tweede Kamer benoemt een INFORMATEUR, die onderzoekt of de coalitie (samenwerking) mogelijk is

Slide 9 - Diapositive

Daarna: formateur
-Als ze willen samenwerken maken ze met een informateur een regeerakkoord
- De formateur (meestal de Minister-president) gaat kijken wie de ministers en staatsecretarissen worden in het nieuwe kabinet

Slide 10 - Diapositive

Kabinet vormen
Informateur
verkennen
Formateur
ministersposten
Regeerakkoord
plannen voor regeerperiode

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Minister
Staatssecretaris
Beleidsterrein
kabinet!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat doet de koning?
Taken van de koning:
  • Handtekening onder wetten

  • Overleg met minister-president. 
  • Land vertegenwoordiger. 
  • Kabinet benoemen
  • Troonrede voorlezen 

De koning is wel staatshoofd, maar hij heeft geen macht.

Slide 19 - Diapositive


Hoe kan het dat de koning bijna geen macht heeft in nederlad ? 

Grondwet van 1848!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Prinsjesdag ?


- Wat is prinsjesdag eigelijk?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Wie zitten er in de regering?
A
Koning en staatssecretarissen
B
Koning en ministers
C
Ministers en staatssecretarissen

Slide 26 - Quiz

Wat doet een staatssecretaris?
A
Maakt de wetten
B
helpt de ministers
C
Presenteert de miljoenennota

Slide 27 - Quiz

Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?
A
De koning zit in de regering
B
De koning mag politieke uitspraken doen
C
De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
D
De koning ondertekent alle wetten

Slide 28 - Quiz

Hierin wordt een uitleg gegeven van de plannen die de regering heeft voor het komende jaar
A
Miljoenennota
B
Prinsjesdag
C
Troonrede

Slide 29 - Quiz

De Regering is de..?
A
Rechtsprekende- en uitvoerende macht
B
Wetgevende- en Rechtsprekende macht
C
Wetgevende- en uitvoerende macht
D
Uitvoerende- en beslissende macht

Slide 30 - Quiz

De minister president ook wel premier genoemd is de leider van..
A
Nederland
B
Het kabinet
C
De koning

Slide 31 - Quiz

Wie zitten er in het kabinet
A
Alleen de koning
B
Koning en staatssecretaris
C
Ministers en staatssecretaris
D
Koning en ministers

Slide 32 - Quiz

Sommige ministeries hebben naast een minister een soort assistent-minister. Hoe noem je iemand met die functie?
A
Onderminister
B
Ambtenaar
C
Staatssecretaris
D
Premier

Slide 33 - Quiz

De ministers zijn afkomstig uit
A
De coalitie
B
Oppositie
C
CDA, VVD, CristenUnie, D66
D
De Eerste Kamer

Slide 34 - Quiz

ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat een minister:
A
niet verantwoordelijk is voor een kamerlid
B
verantwoording moet afleggen aan parlement
C
veel meer macht kreeg
D
verantwoording moet afleggen aan de koning

Slide 35 - Quiz

' De regering regeert het parlement controleert!'

Slide 36 - Diapositive