Les 17 novembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Jeudi 15 novembre
Le programme pour aujourd'hui :

- Je weet de datum en de leerdoelen van de toets;
- Je kunt zinnen maken op basis van specifieke woorden;
- Je kunt woorden met een goed spelling schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Activité numéro 1
Je weet de datum en de leerdoelen van de toets

Slide 3 - Diapositive

Moodle
https://moodle.cygy.nl/course/view.php?id=516#section-3

G1 FR AIM

- hoe kan je leren (toegang naar de portal);
- lijst van de toetsen in de loop van het jaar


Slide 4 - Diapositive

Moodle: hoe te leren
De AIM-portal : https://class.aimlanguagelearning.com/welcome
1) Kies: ''sign in as student''
              Log in : leerling nummer /  Wachtwoord : Welkom123
2) Eenmalig accepteer je de voorwaarden, selecteer "I agree''.
3) Wanneer je ingelogd bent, zie je nu 3 kolommen:
            1) chansons 2) histoire en 3) videos.
4) Onder 3) Video's vind je de gebaren uit de lessen Frans.
5) Scroll een beetje naar beneden en daar vind je section A (en B, C, D...).  

Slide 5 - Diapositive

Moodle: lijst van toetsen

Slide 6 - Diapositive

Et le SO ?
Je weet de datum en de leerdoelen van de toets

week 49 = 06 ou 08 décembre

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Activité numéro 2
Je kunt zinnen maken op basis van specifieke woorden

Slide 9 - Diapositive

Les mots 
  • histoire ?
  • une phrase avec "histoire"
  • travaille ?
  •  une phrase avec "travaille"
  • me rappelle ?
  • une phrase avec "me rappelle "

Slide 10 - Diapositive

Les mots 
  • choisit ?
  • une phrase avec "choisit"
  • beaucoup ?
  •  une phrase avec "beaucoup"
  • pourquoi ?
  • une phrase avec "pourquoi"

Slide 11 - Diapositive

Les mots 
  • rit ?
  • une phrase avec "rit"
  • autre ?
  •  une phrase avec "autre"
  • comme ?
  • une phrase avec "comme"

Slide 12 - Diapositive

Les mots 
  • avec ?
  • une phrase avec "avec"
  • parce que ?
  •  une phrase avec "parce que"
  • boîte ?
  • une phrase avec "boîte"

Slide 13 - Diapositive

Activité numéro 3
Je kunt woorden met een goed spelling schrijven

Dictée 

Slide 14 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
- Je weet de datum en de leerdoelen van de toets;
- Je kunt zinnen maken op basis van specifieke woorden;
- Je kunt woorden met een goed spelling schrijven.

Slide 15 - Diapositive