Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik zit klaar voor de les:
Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier).
Mijn telefoon ligt op mijn tafel.
Ik ben stil.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is een elfje (gedicht)?
Slide 4 - Carte mentale
Verloren
op straat
in de bosjes
liggend in een plas
zwerfkapje...
Slide 5 - Diapositive
De elf is als dichtvorm ontstaan in de Verenigde Staten. In het Engels taalgebied is de dichtvorm bekend onder de naam "American Cinquain" (poëtische vorm met een patroon van 5 lijnen). In Nederland werd deze dichtvorm voor het eerst gebruikt in de 20ste eeuw (+/- 1987).
Het elfje is vooral populair omdat het een klein gedichtje is. En omdat het “verhaal” van het gedicht moet worden geschreven in 11 woorden. Daardoor moet er goed nagedacht worden over de tekst.
Er zijn weinig Nederlandse dichters die het elfje als een serieuze dichtvorm zien. Nico van den Raad is een dichter die deze dichtvorm wel gebruikt. Hier zijn 2 voorbeelden van zijn elfjes:
Slide 6 - Diapositive
Elfje:
sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid
Slide 7 - Diapositive
Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lentebode
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Samengevat:
Een elfje is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels:
De eerste regel heeft 1 woord,
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Dozen
geel, blauw
volg de pijlen
alles voor je huis
Ikea
Slide 13 - Diapositive
In een elfje mag je ook dingen als w8, gwn of u2 gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar
Slide 16 - Diapositive
Wat ga je doen?
Je gaat een elfje maken:
De eerste regel heeft 1 woord,
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..
Slide 17 - Diapositive
Het stappenplan:
Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.
Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.
Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?
Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.
Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?
Slide 18 - Diapositive
Ben je klaar?
Ben je klaar met je elfje dan schrijf je hem netjes op een blaadje.