23 tekst r. 1 tm 12

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Tekst 23 tm r. 12

Nakijken en vragen

Kijk de streeptekst en de vertaling na

Het thermopolium

Successus de wever had honger en dorst, want hij had gedurende vele uren gewerkt. Hij ging naar een

thermopolium, waar een zeer mooie slavin met de naam Iris diende.

Thermopolium r. 1 - 3

Successus textor esuriebat et sitiebat, nam  multas per horas laboraverat. 

Iit ad thermopolium, ubi serva pulcherrima nomine Iris serviebat.  (r. 1 - 3)

De bijzin in r. 1 tm 3 begint met het woord:

1. et
2. nam
3. iit
4. ubi

Kijk de streeptekst en de vertaling na (r. 4 tm 6)

Zodra Successus het thermopolium

binnenkwam, zei Iris met een zeer lieve stem: ‘Hallo, Successus! Wat wil je drinken? Vandaag hebben we

een zeer goede Falerner.

r, 4 - 6

Ut thermopolium Successus intravit, Iris voce dulcissima dixit: ‘Ave, Successe! Quid bibere cupis?  Hodie habemus optimum Falernum.

In welke naamval staat "QUID" in r. 5?

1. nom
2. dat
3. acc
4. abl

Kijk de streeptekst en de vertaling na (r. 6 tm 8)

Omdat het me plezier doet om de schoonheid van jouw lichaam te zien, kun jij

de Falerner kopen voor een lagere prijs.’ Successus lachte en antwoordde: 

r. 6 - 8

Tu, quod  iuvat me conspicere formam corporis tui,emere potes Falernum minore pretio.’ 

Risit Successus et respondit:

genitivus

accusativus

praesens

perfectum

ablativus

tui r. 7

me r. 7

minore r. 8

potes r. 8

respondit r. 9

Kijk de streeptekst en de vertaling na (r. 9 tm 12)

‘Duifje van mij, hoewel ik zeer

van je hou, kan ik geen Falerner drinken, omdat ik het geld mij mis. Overhandig mij goedkope wijn en

eenvoudig voedsel. Dat is voor mij genoeg, zoals je goed weet.’

r. 9 - 12

‘Mea columba, quamquam valde te amo, Falernum bibere non possum, quia mihi deficit pecunia. Trade mihi vinum vile et cibum

 planum. Id mihi satis est, ut bene scis.’  

Welke persoonsvormen staan in de bijzin in r. 9 tm 11?

Dit snap ik nog niet goed bij het strepen van een tekst: