3 mavo HS 2.3 Vermogen en Energie

2.3 Vermogen en Energie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.3 Vermogen en Energie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Het vermogen berekenen
Een lamp wordt aangesloten op een lichtpunt. Hierdoor loopt er een stroom door de lamp van 174 mA.
Bereken het vermogen (in kW).

I = 174 mA = 0,174 A
P = U x I = 230 x 0,174 = 40 W = 0,040 kW

Slide 3 - Diapositive

Energie verbruik

Slide 4 - Diapositive

Het symbool voor spanning is ......
A
I
B
U
C
P
D
t

Slide 5 - Quiz

Stroomsterkte berekenen
Een gloeilamp met een vermogen van 8 W wordt aangesloten op het lichtnet.
Bereken de stroomsterkte door de gloeilamp.

  • I = P / U = 8 / 230 = 0,03 A



Slide 6 - Diapositive

Symbool voor de grootheid vermogen
A
W
B
U
C
P
D
R

Slide 7 - Quiz

Welke formule gebruik je om het vermogen uit te rekenen?
A
P = U : I
B
P =U x I
C
R = U : I
D
R = U x I

Slide 8 - Quiz

P = U x I
Zet I vooraan
A
I = U / P
B
I = P / U
C
I = U x P
D
I = P x U

Slide 9 - Quiz

Elektrische energie berekenen
Een gloeilamp met een vermogen van 40 W staat 30 min aan.
Bereken de hoeveelheid elektrische energie in kWh.

  • P = 40 W = 0,040 kW
  • t = 30 min = 0,5 h
  • E = P x t = 0,040 x 0,5 = 0,020 kWh

Slide 10 - Diapositive

Bereken het vermogen.
Gegeven 8 V en 0,37 A.
Graag een berekening

Slide 11 - Question ouverte

Bereken het vermogen.
Gegeven 4 V en 0,26 A.
Graag een berekening.

Slide 12 - Question ouverte

Een koffiezetapparaat heeft een vermogen van 1500W bij een spanning van 230V.
Hoe groot is de stroomsterkte door dit apparaat?
Graag een berekening

Slide 13 - Question ouverte

Bereken de elektrische energie van een apparaat die 5 W gebruikt en 30 minuten aan staat
A
150 J
B
2,5 kWh
C
54 000 J
D
9000 J

Slide 14 - Quiz

Bereken de elektrische energie van een lamp die 50 W heeft en 1095 uur brandt per jaar.
A
54750 kWh
B
54,75 kWh
C
54750 J
D
54,75 J

Slide 15 - Quiz

Koffiezet apparaat is aangesloten op het lichtnet. Het apparaat neemt 3 A op. Bereken het vermogen (P).
A
3W.s
B
690W
C
230W
D
690kW

Slide 16 - Quiz

Elektrische energie meet je met een?
A
Watt-meter
B
Ohm-meter
C
kWh-meter
D
Ampère-meter

Slide 17 - Quiz

een straalkachel van 1250 W staat 4 uur aan. De kachel verbruikt dan ....kWh?
A
5 kWh
B
312,5 kWh
C
5000 kWh
D
3,125 kWh

Slide 18 - Quiz

Energiekosten berekenen
Een stofzuiger met een vermogen van 1200 W staat 20 minuten aan. Hierbij kost 1 kWh €0,23
Bereken de energiekosten.
  • P = 1200 W = 1,2 kW
  • t = 20 min = 0,33 h
  • E = P x t = 1,2 x 0,33 = 0,4 kWh
  • Kosten: 0,4 x €0,23 = €0,09

Slide 19 - Diapositive

een apparaat gebruikt 0,45 kWh per uur. Wat kost het als de prijs van 1 kWh 0,15 euro is.

Slide 20 - Question ouverte

een lamp van 20 W staat 10 uur per dag aan. Wat kost het als na 7 dagen.
1 kWh = 0,15 euro

Slide 21 - Question ouverte

Huiswerk

  • Maken §2.3


  • Lezen § 2.4
  • Leren §2.1 t/m §2.3

Slide 22 - Diapositive