Theorie jaar 1

Notenschrift 1
Muziektheorie 

Les 1 Toonhoogte
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Notenschrift 1
Muziektheorie 

Les 1 Toonhoogte

Slide 1 - Diapositive

Na deze les:
  • Weet je wat toonhoogte is.
  • Weet je wat melodie is.
  • Kun je een stijgende of dalende melodielijn herkennen in muziek.
  • Weet je wat een G-Sleutel is en waarom deze zo heet.
  • Kun je de noten op en tussen de lijnen van een notenbalk benoemen via een ezelsbruggetje.

Slide 2 - Diapositive

Hoog en laag
Geluiden om je heen klinken niet allemaal even hoog. De ronkende motor van een vrachtwagen klinkt bijvoorbeeld lager dan een fietsbel. Ook met je stem kun je hoge en lage geluiden maken. Wanneer je hoge en lage tonen zingt, speelt of hoort in de muziek, heb je het over toonhoogte.

Slide 3 - Diapositive

Oefening
Luister naar de piano. 
Welke toon klinkt het hoogst?
1 - 2 - 3

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Wat is melodie?
A
Een vel papier met noten
B
Een gedeelte van een lied dat blijft hangen
C
Hoe snel een liedje gaat
D
Bestaat uit een aantal tonen die bij elkaar horen

Slide 6 - Quiz

Een melodie is een opeenvolging van hoge en lage tonen. Vaak kun je een song of compositie herkennen aan de melodie. Je kunt een melodie spelen op een instrument of zingen.

Slide 7 - Diapositive

Wat kun je zeggen over de melodie van de zangeres?
A
Ze zingt voornamelijk hoog
B
Ze zingt voornamelijk laag
C
Ze zingt van hoog naar laag
D
Ze zingt van laag naar hoog

Slide 8 - Quiz

Luister naar wat ik speel. Welke grafische notatie geeft de melodie het beste weer?
A
B
C

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Uit hoeveel lijnen bestond de notenbalk van Arezzo?
A
1
B
5
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Hoeveel lijnen heeft een notenbalk tegenwoordig?

Slide 12 - Question ouverte

Deze letters gebruik je bij het leren van noten.

Slide 13 - Diapositive

Dus een stukje alfabet....

Maar hoe weet je nu waar je dit stukje moet beginnen?

Slide 14 - Diapositive

Notenbalk
  • Noten noteer je in een notenbalk
  • Een notenbalk bestaat uit vijf horizontale lijnen.
  • Hoog en laag (toonhoogte) kun je zien aan de plek op de notenbalk
  • De onderste is de eerste lijn, we tellen van onder naar boven

Slide 15 - Diapositive

noten op de notenbalk

Noten kunnen op een lijn staan
noten kunnen tussen een lijn staan

Slide 16 - Diapositive

Als een noot hoger in de notenbalk staat dan klinkt hij
A
hoger
B
lager

Slide 17 - Quiz

G-Sleutel (of Vioolsleutel)
Voor aan de balk staat de G-Sleutel. Dit figuur  geeft aan dat op de 2e lijn de noot G ligt.

Slide 18 - Diapositive

De G-Sleutel is zo ontstaan:
  



Slide 19 - Diapositive

  • Je weet nu de notennamen (a b c d e f g).
  • Je weet nu dat de G-sleutel de G noot aangeeft.
  • Je weet wat een notenbalk is.

MAAR
Hoe weet je nu de juiste notennamen op de juiste plaats?




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Zet de letters onder de juiste noten (in een rood vakje)
G
F
E
B
D

Slide 22 - Question de remorquage

A B C D E F G
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
(In een rood vakje)
G-sleutel
Notennamen
Notenbalk

Slide 23 - Question de remorquage

Aan de slag

Slide 24 - Diapositive

Notenschrift 1
Muziektheorie 
Klas 1
Les 2 
Kruizen en mollen

Slide 25 - Diapositive

Na les 2:
  • Kun je noten op de juiste plek benoemen in de notenbalk.
  • Kun je de stokken van de noten de juiste kant op tekenen.
  • Weet je wat kruizen, mollen en herstellingstekens zijn.
  • Kun je de noten op de piano aanwijzen

Slide 26 - Diapositive

Herhalen - noten lezen
  • Hoeveel lijnen heeft de notenbalk?
  • Welke letters gebruiken we?

Slide 27 - Diapositive

Herhalen - noten lezen
Welke noten zijn dit? Ezelsbruggetje?

Slide 28 - Diapositive

a
c
b
f
g
b
e
d

Slide 29 - Question de remorquage

De stok van de noot staat zoveel mogelijk in de notenbalk. Daarom staan sommige stokken omhoog, en andere omlaag.





Stok van de noot

Slide 30 - Diapositive

Bij welke noot klopt de stokrichting niet?
1      2      3      4      5
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 31 - Quiz

Voortekens

Slide 32 - Diapositive

Mollen en kruizen
Mollen en kruizen zijn voortekens en staan vóór de noot. Een mol verlaagt de noot met een halve toon. Een kruis verhoogt de noot met een halve toon. 
 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Van links naar rechts staan hier de voortekens...?
A
kruis-mol-herstellingsteken
B
mol-kruis-herstellingsteken
C
herstellingsteken-kruis-mol
D
mol-herstellingsteken-kruis

Slide 35 - Quiz

Voortekens

Slide 36 - Diapositive

Voortekens

Slide 37 - Diapositive

Een kruis (#) voor een noot betekent:
A
dat je het een halve toon hoger moet spelen
B
dat je een zwarte toets moet gebruiken
C
dat je het twee tonen lager moet spelen

Slide 38 - Quiz

Als je voor de noot b een mol zet dan heet deze noot...
A
b
B
bis
C
bes
D
b mol

Slide 39 - Quiz


Hoe heet deze noot?
A
Cis
B
Dis
C
Gis
D
Fis

Slide 40 - Quiz

Twee manieren:
1. Vaste voortekens: mol en kruizen staan helemaal vooraan de notenbalk en gelden voor het hele lied. 
2. Toevallige voortekens: mol en kruis staat in de maat voor een noot. De mol en kruis geldt dan voor alle noten op die toonhoogte tot aan de maatstreep. 

Slide 41 - Diapositive

Vaste voortekens
Voorteken geldt voor het hele stuk en voor alle octaven van de betreffende noot.

Slide 42 - Diapositive

Vaste voortekens

Slide 43 - Diapositive

Toevallige voortekens
Voorteken geldt slechts voor één maat. 

Slide 44 - Diapositive

Zijn de voortkeen

Zijn de voortekens toevallig of vast?
A
Toevallig
B
Vast

Slide 45 - Quiz



Herstellingsteken:

Maakt de mol of kruis ongedaan.

Slide 46 - Diapositive

Waarvoor heb je de voortekens nodig?

A
Om een pauze in te lassen
B
Om de noot langer te laten duren
C
De noot wordt halve toon hoger of lager
D
De noot is niet te spelen

Slide 47 - Quiz


mol

kruis


herstellingsteken

G- sleutel

Slide 48 - Question de remorquage

= Mol: verlaagt de noot met een halve toon.
   Er komt -es- achter de naam(bij A en E alleen een s)

= Kruis: verhoogt de noot met een halve toon.      
   Er komt -is- achter de naam.
= Herstellingsteken: Dit herstelt de noot.         Het krijgt zijn naam weer terug.
Voortekens

Slide 49 - Diapositive

Aan de slag
Ga nu zelf de oefeningen van de box Kruizen en mollen maken in Musicbox en doe daarna de trainer.

Slide 50 - Diapositive

Na les 3:
  • Kun je noten op de juiste plek benoemen in de notenbalk.
  • Kun je de stokken van de noten de juiste kant op tekenen.
  • Kun je de noten op een piano aanwijzen

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Diapositive