sinterklaasquiz

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe heet het ding dat sinterklaas op zijn hoofd draagt?

Slide 2 - Question ouverte

sinterklaas komt oorspronkelijk uit........
A
Spanje
B
Amsterdam
C
Turkije
D
Frankrijk

Slide 3 - Quiz

wat weet jij over het sinterklaasfeest?

Slide 4 - Carte mentale

wat rijmt er op sinterklaas ?

Slide 5 - Question ouverte

wat hoort niet bij een piet?
A
een kraag
B
een baret
C
een zak
D
een staf

Slide 6 - Quiz

welke woorden kun je maken van het woord pepernoot?

Slide 7 - Carte mentale

wat hoort bij sinterklaas?
A
specuklaas
B
speculaas
C
speculaars
D
specupaard

Slide 8 - Quiz

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 9 - Question de remorquage

wat is het werkwoord in deze zin?
piet draagt een zak vol pepernoten

Slide 10 - Question ouverte

Ik geef het boek .....................................
Berat maakt .....................................
Vader bakt veel  .....................................
Chaima eet .......................................
aan sinterklaas
een verlanglijstje
pepernoten
pepernoot

Slide 11 - Question de remorquage

Welke sinterklaas liedjes ken jij

Slide 12 - Carte mentale

Hou oud is sinterklaas?


A
80
B
100
C
dat weten we niet precies
D
60

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

piet heeft 45 pepernoten, hij verliest er 10, maar vindt er ook weer 5, hoeveel pepernoten heeft piet?

Slide 15 - Question ouverte