H4 Lezen - Argumenteren over tegenargumenten en weerleggingen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Wat is de planning
15 minuten lezen
Start H4 lezen + oefenen
Aan de slag met de opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging

Slide 4 - Diapositive

Doel van de les
Ik weet welke vormen van argumentatie er zijn.
Ik weet welke argumentatiestructuren er zijn. 
Ik begrijp de begrippen tegenargumentatie en weerlegging
Ik herken de signaalwoorden die horen bij argumentatie en tegenargumentatie

Slide 5 - Diapositive

4 argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie
  • Meervoudige argumentatie
  • Onderschikkende argumentatie
  • Nevenschikkende argumentatie

Slide 6 - Diapositive

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

Slide 7 - Diapositive

Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 8 - Diapositive

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Het WvOC is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

Het WvOC is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 14 - Quiz

Feitelijke argumenten

Een feitelijk argument kun je controleren. Het is waar (of onwaar) en hoeft niet onderbouwd te worden (geen onderschikkende argumentatie nodig).


Voorbeeld
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.


Slide 15 - Diapositive

niet-feitelijke argumenten

Over een niet-feitelijk argument kan je van mening verschillen en daarom moet zo’n argument ondersteund worden.

Voorbeeld

- Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is veel prettiger .

Met het argument ‘want die bioscoop vind ik veel prettiger’ zal niet iedereen het eens zijn en dat argument behoeft ondersteuning. Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’.

Slide 16 - Diapositive

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk argument

Slide 17 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk argument

Slide 18 - Quiz


Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.

Of aan de woorden ik vind....., ik ben van mening...

Slide 19 - Diapositive

tegenargument

Een tegenargument laat zien dat een argument onwaar of zwak  is.

In een discussie of debat proberen anderen vaak tegenargumenten in te brengen om duidelijk te maken

  • dat een argument onwaar
  • dat ze het niet met de stelling (het standpunt) eens zijn.



                                                                     



Slide 20 - Diapositive

weerlegging

Als je tegenargumenten gebruikt om aan te tonen dat de ander het mis heeft noem je dat weerlegging.

Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Nu
H4 LEZEN

Havo: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8

Vwo: 1, 2, 4, 4, 5, 6, 7

Slide 23 - Diapositive