Themales: Activiteiten; Doel en soorten

Themales: Activiteiten; 
Doel en soorten 
Profiel examen:
Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verzorgingaas bij activiteitenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Themales: Activiteiten; 
Doel en soorten 
Profiel examen:
Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

  • Je kent het belang van activiteiten
  • Je weet wat activiteiten zijn
  • Je kent het doel van activiteiten
  • Je kent de verschillende soorten activiteiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een belang activiteiten?

Slide 3 - Question ouverte

zinvolle dag invulling
betrokken bij samenleving
plezier, gezelligheid
kunt wat leren
Het belang van activiteiten
Ieder mens heeft behoefte aan activiteiten; oud, jong, ziek gezond, jong en oud.
Ze geven je wat te doen, betrekken je bij de samenleving en soms kun je er wat van leren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn activiteiten?
Alles wat je doet is een activiteit!

Soorten:
  1. Vaste activiteit
  2. Dagelijkse activiteit
  3. Doelgerichte activiteiten
  4. Vrije activiteit 

Slide 5 - Diapositive

Opstaan, aankleden, ontbijten, naar je werk gaan, sporten, gamen etc.
1. staat vast op het programma; eten boodschappen doen
2. Komt elke dag terug;  eten, maar je kunt ook een dagelijkse activiteit op het programma zetten om het gedrag te veranderen
3. Gebruik je een plan van aanpak bij. Je wilt iets veranderen aan het gedrag van de client of je wil hem/haar iets leren
4.Niet verplicht, eigen keuze. Plezier en ontspanning het belangrijkste
Dagbesteding; Maatschappelijke zorg
  • Dagbesteding is de manier waarop cliënten zinvol en gestructureerd de dag doorkomen (mensen met een beperking, ouderen, daklozen, verslaafden, kinderen, mensen met dementie etc.)
  • Deelname aan de samenleving wordt bevorderd
  • Dagbestedingsactiviteiten: werk, scholing en vrije tijd

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg Dagbesteding (MZ)
  • Werk; krijgen van werk of leveren van arbeid zonder dat daar loon tegenover staat (passend werk)
  • Scholing; leren van dingen (kamer netjes houden, koken, zwemmen, fit blijven, met geld omgaan etc.)
  • Vrije tijd; activiteiten om vrije tijd mee op te vullen (zinvolle invulling, eenzaamheid tegengaan, sociale contacten) zoals een koffie-uurtje, breigroep, wandelclub

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagbesteding; Pedagogisch werk PW
Begeleiden van kinderen en jongeren.
Noem je geen dagbesteding maar activiteiten.
Activiteiten worden ingedeeld naar uitvoering.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten activiteiten ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

 Soort activiteit
  1.  creatieve activiteit 
  2.  culturele activiteit
  3. educatieve activiteit
  4. expressieve activiteit
  5. recreatieve/sport- en spel activiteit
  6. zelfzorg activiteit

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je van elke soort activiteit een voorbeeld bedenken?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Creatieve activiteiten
Activiteiten waarbij je iets maakt, dit kan met je handen of met je lichaam of stem.
Kenmerken van creatieve activiteiten:
  • Je gaat iets maken of uitbeelden dat je in je hoofd bedacht hebt;
  • Je werkt vaak met je handen, soms met je stem en/of lichaam;
  • Kun je alleen doen en samen;
  • Stimuleert de creativiteit en fantasie van cliënten;
  • Je hebt een concreet eindproduct.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Culturele activiteiten
Bezoeken van een voorstelling, evenement of museum.

Kennismaken met de cultuur

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Educatieve activiteiten
Activiteiten waarvan je iets leert. Van een taal naar veters strikken of het gebruik van een smarttelefoon.


Kenmerken educatieve activiteiten:
  • Nieuwe kennis opdoen;
  • Een nieuwe vaardigheid aanleren;
  • Persoonlijke ontwikkeling;
  • Nuttige vrijetijdsbesteding;
  • Leuk en leerzaam.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Expressieve activiteiten
Kenmerken:
  • Je bent sociaal bezig met elkaar
  • Motoriek oefenen
  • Energie kwijtraken
  • Vorming van identiteit

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recreatieve activiteiten:
Kenmerken van recreatieve activiteiten:
  • Iets leuks doen;
  • Plezier, vermaak, gezelligheid;
  • Ontspanning;
  • Soms sensatie en spanning;
  • Meestal in groepsverband;
  • Binnenshuis of buitenshuis.


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfzorg activiteiten
Activiteiten die horen bij het huishouden 
of bij de persoonlijke zorg

Komt bij W&H en ADL aan bod.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

als je een activiteit kiest stel je eerst het doel vast, welke vraag heeft met het doel te maken?
A
Wat wil je met de activiteiten bereiken?
B
Hoe moet je de activiteiten uitvoeren?
C
Welke materialen heb je nodig?
D
Waar ga je de activiteit uitvoeren?

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Doelen die je kunt bereiken


  1. andere mensen leren kennen
  2. fit en gezond blijven
  3. afleiding krijgen
  4. leren zelf dingen te doen
  5. iets nieuws leren
  6. houvast krijgen : vast punt in de week
  7. plezier beleven  

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je nog meer op bij het organiseren van een activiteit?
A
De doelgroep, hoeveel mensen doen mee?
B
De omgeving, hoeveel tijd neemt het?
C
Materialen, kosten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week:
Activiteit organiseren en begeleiden

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions