H4 Lezen les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H4 Feiten, meningen & argumenten

Welkom

A2b

programma

- huiswerkcontrole

-leerdoelen

- 'Lezen' hfst. 4 (uitleg + oefeningen)

-aan de slag

-huiswerk + vooruitblik

- evaluatie

huiswerkcontrole

Maken: hfst. 3 'Lezen' opdracht 2

Lezen: hfst. 4 'Lezen' theorie: Feiten, meningen en argumenten

Maken: hfst. 4 'Lezen' opdracht 1

leerdoelen

Aan het einde van hfst. 4 'Lezen' :

- weet je het verschil tussen een feit en een mening;

- weet je het verschil tussen een standpunt en argument;

- herken je feiten, meningen en argumenten in een tekst;

- weet je dat een mening hetzelfde is als een standpunt.

Geef een voorbeeld van een situatie of artikel waarin een mening wordt verdedigd.

H4 Feiten, meningen en argumenten

• feit: is waar of niet (controle mogelijk)
• mening/standpunt: kun je mee (on)eens zijn, niet te   controleren
• argument: uitleg van het standpunt. Kun je herkennen aan       signaalwoorden als want, omdat, namelijk, immers.
• welk tekstverband?

Een voetbalwedstrijd duurt 2x 30 minuten.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

Darts is een moeilijke sport om zelf te beoefenen.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

....omdat ze daar heerlijk eten hebben.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

Wat is het standpunt in de volgende zin?
Volgens mevrouw Van den Heuvel is PSV de beste voetbalclub, omdat ze al 24x landskampioen zijn geworden.

1. PSV is de beste voetbalclub
2. omdat
3. PSV is 24x landskampioen geworden
4. volgens mevrouw Van den Heuvel

Aangezien mevrouw Van den Heuvel vanavond een date heeft, gaat ze nu geen knoflook eten.

Waar staat het argument in bovenstaande zin?

1. Voor de komma
2. Na de komma

Dieselauto´s ouder dan 15 jaar zouden in het centrum van Eindhoven verboden moeten worden, die stoten immers hoge concentraties giftige stoffen uit.

Waar staat het standpunt in bovenstaande zin?

1. Voor de komma
2. Na de komma

aan de slag

opdracht 2 en 4 maken online

huiswerk + vooruitblik

Afmaken: hfst. 4 'Lezen' opdracht 2

Maken: hfst. 4 'Lezen' opdracht 4

Lezen: in je leesboek (minimaal een kwartiertje per dag)

maandag: aan de slag met feiten, meningen en argumenten in een tekst, daarmee ronden we hfst. 4 'Lezen' af.

Ik begrijp de theorie van 'Lezen' hfst. 4

goed

niet

een beetje

Deze vraag heb ik niet kunnen stellen in de les:

Bedankt

voor jullie aandacht, een fijn weekend en tot maandag!