Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Tijdvak 2
Slide 1 - Diapositive
Een samenleving waar de meeste mensen van de landbouw leven en een gedeelte leeft in de steden en leeft van de handel en nijverheid. Dit is een...........samenleving
Slide 2 - Question ouverte
De Romeinen hadden meer culturen in hun rijk. Een samenleving met meer culturen is een.........samenleving
Slide 3 - Question ouverte
Een persoon die het bezit is van anderen is een.......
Slide 4 - Question ouverte
Nederland
Godsdienst: Germaanse, Keltische, Romeinse goden en de keizer
Rome
Godsdienst: Romeinse goden, de keizer en andere goden.
Jeruzalem/Israel
Godsdienst: een God
Het Romeinse Rijk rond het jaar 120 na Chr.
Slide 5 - Diapositive
In Judea
Romeinen vanaf 63 voor Christus de baas in Judea (Israël).
Joden geloofden in één God.
30 na Chr. Jezus een Joodse prediker vertelde van over het geloof.
Hij noemde zich de Verlosser (Messias).
Romeinen zagen Jezus als opstandeling en kruisigden hem.
Volgens leerlingen Jezus na 3 dagen opgestaan uit de dood
Slide 6 - Diapositive
-Volgens het jodendom is er maar 1 God.
-Joden in Judea (Palestina) kwamen meerdere keren in opstand tegen de overheersing van de Romeinen.
-Hierdoor werden veel joden verjaagd, vermoord of tot slaaf gemaakt. Zij kwamen daardoor in het hele rijk terecht.
Slide 7 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden werden vermoord, weggejaagd, of als slaaf weggevoerd.
Weggejaagde joden werden verspreid over het gehele Romeinse rijk.
Ze bouwden overal synagogen
Slide 8 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden in Judea moesten hoge belastingen betalen aan de Romeinen.
Gevolg: ze kwamen in opstand.
De Romeinen sloegen de opstand bloedig neer.
Slide 9 - Diapositive
Het christendom
-Rond 30 n. Chr. trok Jezus van Nazareth rond en sprak over God.
-Hij werd ter dood veroordeeld en volgens zijn volgelingen opgestaan uit de dood.
Slide 10 - Diapositive
Christus
-Jezus wordt door zijn volgelingen Christus genoemd. Zij geloven dat hij ieder mens die in hem en God gelooft zal verlossen.
-De verhalen over Jezus staan in de Bijbel.
Slide 11 - Diapositive
Aanhangers van Jezus
Aanhangers geloofden dat Jezus na drie dagen was opgestaan uit de dood.
Jezus was gestorven voor de zonden (slechte dingen) van mensen.
Jezus zoon van God.
Ook niet joden gingen in Jezus geloven
Slide 12 - Diapositive
Christenen in het rijk
Predikers verspreiden het christendom in het Romeinse rijk.
Christendom werd populair.
Probleem: christenen weigerden staatsgoden te vereren.
Christenen kregen de schuld dat het slecht ging met het Romeinse rijk (geen bescherming meer van staatsgoden)
Christendom werd verboden. Christenen vervolgd en gedood.
Slide 13 - Diapositive
Romeinse rijk christelijk
Tempels werden kerk
kerkprovincies --> Bisschop heeft de leiding
Kerk werd geleid door de paus (bisschop van Rome)
Slide 14 - Diapositive
Het christendom werd steeds populairder, maar christenen weigerden de staatsgoden te vereren.
-Ze werden daarom soms zwaar vervolgd (zwaar gestraft).
Slide 15 - Diapositive
Overeenkomst jodendom en christendom:
Geloven allebei in één God
Slide 16 - Diapositive
Keizer Constantijn
Constantijn gaf in 313 de christen godsdienstvrijheid
Christenen mochten kerkdiensten houden en openlijk met godsdienst bezig zijn.
Christenen kregen voorrechten (meer rechten dan anderen)
Gevolg --> Groei aantal christenen.
380 Christendom Romeinse staatsgodsdienst (andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom)
Slide 17 - Diapositive
Keizer Constantijn bekeerde tot het christendom en gaf christenen in 313 godsdienstvrijheid.
In 380 werd het de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk
Slide 18 - Diapositive
De volgelingen van Jezus noemden zichzelf:
A
Joden
B
Christenen
C
Moslims
D
Germanen
Slide 19 - Quiz
Welke woorden horen bij het Christendom?
A
Jupiter, tempel, meergodendom
B
Jezus, kerken, eengodendom
C
Jezus, tempel, meergodendom
D
Jezus, kerken, meergodendom
Slide 20 - Quiz
Welke keizer stond het christendom toe?
A
Augustus
B
Nero
C
Constantijn
D
Theodosius
Slide 21 - Quiz
Waarom was het christendom zo populair?
A
Jezus zei dat iedereen gelijk was voor God
B
Voor iedereen was er een plek in de hemel
C
Jezus hielp vooral arme en zieke mensen
D
Alle christenen kregen gratis sandalen
Slide 22 - Quiz
Overeenkomst jodendom en christendom
A
Beiden geloven in één God
B
Beiden geloven in Jezus
C
Beiden lezen de Bijbel
Slide 23 - Quiz
Christenen geloven in meerdere goden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Welk antwoord staat in de goede tijdsvolgorde?
A
Christus geboren, Joden komen in opstand, christendom staatsgodsdienst
B
Joden komen in opstand, Christus geboren, christendom staatsgodsdienst
C
christendom staatsgodsdienst, joden komen in opstand, Christus geboren
Slide 25 - Quiz
Wat was een reden voor de Romeinen om de christenen te vervolgen?