Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2.3 De opkomst van het christendom
Slide 1 - Diapositive
Lesvolgorde
Herhaling
2.3 De opkomst van het christendom bespreken
Huiswerk maken
Slide 2 - Diapositive
Een samenleving waar de meeste mensen van de landbouw leven en een gedeelte leeft in de steden en leeft van de handel en nijverheid. Dit is een...........samenleving
Slide 3 - Question ouverte
Een persoon die het bezit is van anderen is een.......
Slide 4 - Question ouverte
Iemand die tegen anderen moet vechten noem je een.....
Slide 5 - Question ouverte
Welke bekende slaaf kwam met de andere slaven in opstand
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Zie afbeelding. Noem een element wat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen.
Slide 8 - Question ouverte
De Romeinen hadden meer culturen in hun rijk. Een samenleving met meer culturen is een.........samenleving
Slide 9 - Question ouverte
Waarom moesten de inwoners van het Romeinse rijk de staatsgoden vereren?
Slide 10 - Question ouverte
In deze presentatie leer je.....
hoe het christendom ontstond.
hoe joden in het Romeinse rijk terechtkwamen.
hoe het christendom werd verspreid, verboden en later de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Slide 11 - Diapositive
Kenmerkend aspect:
Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst.
Slide 12 - Diapositive
In Judea
Romeinen vanaf 63 voor Christus de baas in Judea (Israël).
Joden geloofden in één God.
30 na Chr. Jezus een Joodse prediker vertelde van over het geloof.
Hij noemde zich de Verlosser (Messias).
Romeinen zagen Jezus als opstandeling en kruisigden hem.
Volgens leerlingen Jezus na 3 dagen opgestaan uit de dood
Slide 13 - Diapositive
Aanhangers van Jezus
Aanhangers geloofden dat Jezus na drie dagen was opgestaan uit de dood.
Jezus was gestorven voor de zonden (slechte dingen) van mensen.
Jezus zoon van God.
Ook niet joden gingen in Jezus geloven
Slide 14 - Diapositive
Overeenkomst jodendom en christendom:
Geloven allebei in één God
Slide 15 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden in Judea moesten hoge belastingen betalen aan de Romeinen.
Gevolg: ze kwamen in opstand.
De Romeinen sloegen de opstand bloedig neer.
Slide 16 - Diapositive
Joden in het rijk
Joden werden vermoord, weggejaagd, of als slaaf weggevoerd.
Weggejaagde joden werden verspreid over het gehele Romeinse rijk.
Ze bouwden overal synagogen
Slide 17 - Diapositive
Christenen in het rijk
Predikers verspreiden het christendom in het Romeinse rijk.
Christendom werd populair.
Probleem: christenen weigerden staatsgoden te vereren.
Christenen kregen de schuld dat het slecht ging met het Romeinse rijk (geen bescherming meer van staatsgoden)
Christendom werd verboden. Christenen vervolgd en gedood.
Slide 18 - Diapositive
Keizer Constantijn
Constantijn gaf in 313 de christen godsdienstvrijheid
Christenen mochten kerkdiensten houden en openlijk met godsdienst bezig zijn.
Christenen kregen voorrechten (meer rechten dan anderen)
Gevolg --> Groei aantal christenen.
380 Christendom Romeinse staatsgodsdienst (andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom)
Slide 19 - Diapositive
Romeinse rijk christelijk
Tempels werden kerk
kerkprovincies --> Bisschop heeft de leiding
Kerk werd geleid door de paus (bisschop van Rome)
Slide 20 - Diapositive
De huidige paus
Leider van de Rooms-katholieke kerk
Slide 21 - Diapositive
Overeenkomst jodendom en christendom
A
Beiden geloven in één God
B
Beiden geloven in Jezus
C
Beiden lezen de Bijbel
Slide 22 - Quiz
Welk antwoord staat in de goede tijdsvolgorde?
A
Christus geboren, Joden komen in opstand, christendom staatsgodsdienst
B
Joden komen in opstand, Christus geboren, christendom staatsgodsdienst
C
christendom staatsgodsdienst, joden komen in opstand, Christus geboren