Azteekse tekening uit de 16e eeuw. In het donkere pak de Spaanse veroveraar Nuño Beltrán de Guzmán tijdens zijn zeer gewelddadige verovering van het indiaanse koninkrijk Michoacán. Welke manier van optreden past het beste bij deze afbeelding?
A
Tolerant
B
Gewelddadig
C
Diplomatiek
D
Vreedzaam
1 / 40
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Azteekse tekening uit de 16e eeuw. In het donkere pak de Spaanse veroveraar Nuño Beltrán de Guzmán tijdens zijn zeer gewelddadige verovering van het indiaanse koninkrijk Michoacán. Welke manier van optreden past het beste bij deze afbeelding?
A
Tolerant
B
Gewelddadig
C
Diplomatiek
D
Vreedzaam
Slide 1 - Quiz
De ontdekkingsreizen hadden verschillende soorten oorzaken. Wat is een cultureel-mentale oorzaak?
A
de verminderde toegankelijkheid van het Aziatische handelsnetwerk
B
de technische vooruitgang bij de bouw en navigatie van schepen
C
de wil om vreemde volken te bekeren tot het christelijke geloof
D
De val van Constantinopel
Slide 2 - Quiz
Wanneer vond de slag bij Lepanto plaats?
A
1568
B
1569
C
1570
D
1571
Slide 3 - Quiz
Lees de bron. Wat vond Columbus van het laten werken van indianen op plantages?
A
Geschikt
B
Niet geschikt
C
In sommige gevallen goed
D
Hij had geen mening
Slide 4 - Quiz
Welke grootmachten streden in de 16e eeuw al tientallen jaren om de macht in Europa?
A
Het Portugese en Spaanse rijk
B
Het Ottomaanse en Spaanse rijk
C
Het Ottomaanse en Turkse rijk
D
Het Spaanse en Portugese rijk
Slide 5 - Quiz
In welk jaartal werd Constantinopel veroverd en werd het de hoofdstad van het Ottomaanse rijk?
A
1453
B
1462
C
1492
D
1502
Slide 6 - Quiz
Op hoeveel continenten lag het Ottomaanse Rijk vanaf 1520?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Wanneer ontstond de staat Spanje door het samenvoegen van Castilië en Aragon
A
1472
B
1479
C
1482
D
1492
Slide 8 - Quiz
Welke godsdiensten werden in Spanje verboden rond 1492?
A
Islam en jodendom
B
Hindoeïsme en jodendom
C
Katholicisme en jodendom
D
Protestantisme en jodendom
Slide 9 - Quiz
Hiernaast op de kaart zie je kaap Bojador liggen. Tot voor 1434 dachten veel Portugezen dat..........?
A
bij de kaap zilver was te vinden
B
achter de kaap de zee der duisternis begon met zeemonsters
C
een fort lag
D
de kaap midden in de Sahara lag
Slide 10 - Quiz
Waar vonden de Portugezen rond 1442 voor het eerst goud?
A
In Ghana
B
Op de Bahama's
C
Bij Kaap de Goede Hoop
D
bij Tordesillas
Slide 11 - Quiz
Welk fort werd door de Portugezen gebouwd aan de goudkust?
A
Elmina
B
Batavia
C
Melakka
D
Elmakka
Slide 12 - Quiz
Wanneer werd het verdrag van Tordesillas gesloten?
A
1484
B
1494
C
1521
D
1532
Slide 13 - Quiz
Het verdrag van Tordesillas hield in dat de Portugezen ten ......(1)......En de Spanjaarden ten ........(2)........hun gang mochten gaan
A
1. Westen 2. Oosten
B
1. Noorden 2. Zuiden
C
1. Zuiden 2. Noorden
D
1. Oosten 2. Westen
Slide 14 - Quiz
Wie voer in 1498 als eerste om de zuidpunt van Afrika naar Azië?
A
Marco Polo
B
Hendrik de Zeevaarder
C
Vasco da Gama
D
Vespucci
Slide 15 - Quiz
Welke vergissing maakte Vasco da Gama over de godsdienst in India? Hij dacht dat de mensen........
A
Hindoes waren
B
Christenen waren
C
Moslims waren
D
Joden waren
Slide 16 - Quiz
Waar kwamen de kostbare specerijen zoals kruidnagel en nootmuskaat voor?
A
De Molukken
B
Java
C
Ghana
D
Celebes
Slide 17 - Quiz
De Hollanders probeerden een nieuwe route te vinden naar Azië via.........
A
De Middellandse Zee
B
De Noordelijke ijszee
C
De Atlantische Oceaan
D
De zuidpunt van Afrika
Slide 18 - Quiz
In welk jaar ging Willem Barentsz op zoek naar een nieuwe vaarroute naar Oost-Azië?
A
1592
B
1596
C
1599
D
1601
Slide 19 - Quiz
De Hollandse expeditie via Nova Zembla werd een............
A
Succes
B
Gedeeltelijk succes
C
Mislukking
D
Gedeeltelijke mislukking
Slide 20 - Quiz
In welk jaar bereikten de Hollanders voor het eerst de havenstad Bantam op Java?
A
1594
B
1596
C
1598
D
1602
Slide 21 - Quiz
De eerste reis van de Hollanders naar Indië was achteraf gezien een..............
A
Succes
B
Gedeeltelijk succes
C
Mislukking
D
Is niet te zeggen!
Slide 22 - Quiz
Welke soort samenleving had men in de tijd voor Columbus in het Noorden van Amerika (huidige VS)?
A
Landbouwsamenleving
B
Jagers-verzamelaars
C
Landbouwstedelijke samenleving
D
Industriële samenleving
Slide 23 - Quiz
Welke soort samenleving had men in de tijd voor Columbus in Midden en Zuid Amerika?
A
Landbouw-stedelijke samenleving
B
Landbouwsamenleving
C
Jagers-verzamelaars samenleving
D
Industriële samenleving
Slide 24 - Quiz
Welk dier was in Amerika onbekend?
A
Varkens
B
Lama's
C
Bizons
D
Beren
Slide 25 - Quiz
Wanneer werd het Incarijk gesticht?
A
1267
B
1438
C
1521
D
1563
Slide 26 - Quiz
Welk gewas werd niet verbouwd in Europa?
A
Mais
B
Sla
C
Kool
D
Koren
Slide 27 - Quiz
Welk rijk hoort bij: 'Steden werden hoog in de bergen gebouwd (hoofdstad Cuzco)'
A
Incarijk
B
Azteken
C
Maya's
D
Egypte
Slide 28 - Quiz
Wanneer werd Machu Picchu ontdekt?
A
1870
B
1906
C
1911
D
Het is nooit ontdekt
Slide 29 - Quiz
In welk rijk leefden de mensen net als de oude Grieken in stadstaten?
A
Inca’s
B
Azteken
C
Romeinen
D
Maya’s
Slide 30 - Quiz
In 1325 werd de hoofdstad Tenochtitlan van de ...........?
A
Maya’s
B
Azteken
C
Inca’s
D
Spanjaarden
Slide 31 - Quiz
Wat was er NIET aanwezig in Tenochtitlan?
A
Brede straten en kanalen
B
Tempels
C
Aquaducten
D
Bergen
Slide 32 - Quiz
Hoe heet de ontdekkingsreiziger die de route bij cijfer 1 heeft gevaren?
A
Vasco de Gama
B
Vespucci
C
Diaz
D
Magellaan
Slide 33 - Quiz
1 De rijkdommen uit het oosten waren in Europa al lange tijd bekend. 2 Door de ontdekkingsreizen kwam in Europa een winstgevende specerijenhandel met Azië op gang. 3 Het katholieke geloof was en is een belangrijke godsdienst in Spanje. 4 In Afrika waren slavernij en slavenhandel al lang heel gewoon. 5 In het katholieke Spanje werden de islam en het jodendom verboden. 6 Omstreeks 1500 dreven Europeanen steeds minder handel via de Middellandse Zee. Welke van bovenstaande feiten gaat over continuïteit?
A
1, 3 en 4
B
1, 4 en 6
C
3, 4 en 5
D
2, 3 en 4
Slide 34 - Quiz
Lees de bron. Welk woord hoort tweemaal bij het witte kruisje te staan?
A
Azteken
B
Maya's
C
Inca's
D
Geen van de genoemde rijken is juist.
Slide 35 - Quiz
Hieronder staan vier feiten over het Spaanse en Ottomaanse rijk. 1. In de 16e eeuw zochten meer Europeanen een handelsroute naar Oost-Azie. 2. In de 16e eeuw was steeds minder handel op de Middellandse Zee. 3. In de 16e eeuw werd het Spaanse rijk groter. 4. In de 16e eeuw werd het Ottomaanse Rijk groter. Welk feit of welke feiten zijn gevolgen van feit 4?
A
Feit 1 en 2
B
Feit 1 en 3
C
Feit 2
D
Feit 3
Slide 36 - Quiz
1 De afbeelding gaat over een christelijke / joodse / islamitische verovering in Spanje. 2 Links op de afbeelding staat de Moorse / Ottomaanse / Spaanse heerser van Granada. 3. Het schilderij is wel / niet gemaakt in het tijdvak Ontdekkers en Hervormers
A
1. christelijke, 2. Moorse, 3. niet
B
1. joodse, 2. Spaanse, 3. wel
C
1. islamitische, 2. Ottomaanse, 3. niet
D
1. christelijke, 2. Ottomaanse, 3. niet
Slide 37 - Quiz
Deze opdracht gaat over de neergang van de Middellandse Zeehandel.
Door welke oorzaak ging de handel in het Middellandse Zeegebied achteruit?
A
De Ottomanen belemmerden de handel rond de Middellandse Zee.
B
De Spanjaarden verboden de handel met de Ottomanen.
C
Mensen waren te arm om nog handel te kunnen drijven.
D
Moslims weigerden zaken te doen met christenen.
Slide 38 - Quiz
Deze opdracht gaat over een inheemse gewoonte.
Vergelijk de bronnen en kies het juiste antwoord.
A
Al voor zijn aankomst op Java was De Houtman goed op de hoogte van de inheemse gewoontes.
B
De Houtman maakte direct na aankomst gebruik van een inheemse gewoonte om zijn positie te tonen.
C
De Houtman verwachtte dat de inheemse bevolking zich zou aanpassen aan de Nederlandse manier van doen.
D
Uit de bronnen blijkt dat De Houtman zich superieur voelde en zich niet aanpaste aan inheemse gewoontes.
Slide 39 - Quiz
Lees eerst de bron. Welke zin past bij de bron? Op het eiland...........................?
A
had een uitwisseling van planten en dieren met andere continenten plaatsgevonden.
B
waren eerst de indianen de baas en later de Spanjaarden.
C
was de manier veranderd waarop de bewoners in hun levensonderhoud voorzagen.
D
was door de komst van Europeanen en Afrikanen een gemengde bevolking ontstaan.