Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
13 SO vraag en daarna spelling h1 les 1 en 2
Welkom bij Nederlands 1b
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,3
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands 1b
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
10 min. SO-vraag herkansen: zinsdeelproef
Les spelling
Aan de kaft werken
timer
1:00
Slide 2 - Diapositive
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Het is vandaag licht bewolkt
A
.
B
?
C
!
Slide 3 - Quiz
SO-vraag herkansen
Zinsdeelproef
Succes!
timer
1:00
Slide 4 - Diapositive
Spelling 1.8
Leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
timer
15:00
Slide 5 - Diapositive
Leestekens
Leestekens zorgen ervoor dat zinnen en teksten makkelijker te lezen zijn.
Punt
: aan het einde van een gewone zin.
Vraagteken
: aan het einde van een vraagzin.
Uitroepteken
: na een uitroep.
Slide 6 - Diapositive
Een zin eindigt altijd met een punt
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Leestekens maken het lezen makkelijker
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Heb jij talent voor spelling
A
.
B
?
C
!
Slide 10 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Ik wil later bij de politie werken
A
.
B
?
C
!
Slide 11 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Kijk uit
A
.
B
?
C
!
Slide 12 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Het is vandaag licht bewolkt
A
.
B
?
C
!
Slide 13 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Kom onmiddelijk hier
A
.
B
?
C
!
Slide 14 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter deze zin:
Waarom zijn bananen krom
A
.
B
?
C
!
Slide 15 - Quiz
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
De persoonsvorm enkelvoud kan twee vormen hebben
ik-vorm Ik
loop
praat
word
ik-vorm+t jij/hij/zij
loopt
praat
wordt
Wat valt er op bij de voorbeelden?
Slide 16 - Diapositive
Wanneer welke vorm?
Ik-vorm
bij
ik
bij
je
of
jij
achter de persoonsvorm (vervangen door
jij
)
bij de gebiedende wijs
Ik-vorm+t
je/jij/hij/zij/het
voor de persoonsvorm
als
je
achter de pv kan worden vervangen door
jouw
Slide 17 - Diapositive
.... (komen) je buiten spelen?
A
Kom
B
komt
Slide 18 - Quiz
.... (komen) je broer buiten spelen?
A
Kom
B
komt
Slide 19 - Quiz
... (worden) je later brandweerman?
A
word
B
wordt
Slide 20 - Quiz
... (worden) je broer later brandweerman?
A
word
B
wordt
Slide 21 - Quiz
Persoonsvorm tt meervoud
pv tt mv
is hetzelfde als het
hele werkwoord
(infinitief)
Lopen wij lopen stam: lop
Verhuizen wij verhuizen stam: verhuiz
Rennen wij rennen stam: renn
springen wij springen stam: spring
De stam van het ww vind je door
en
van het ww af te halen.
timer
10:00
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
De stam van het werkwoord fietsen is hetzelfde als de ik-vorm
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
De stam van het werkwoord wonen is hetzelfde als de ik-vorm
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
De stam van het werkwoord verhuizen is hetzelfde als ik ik-vorm
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Een uitzondering
Onregelmatige werkwoorden (die houden zich niet aan de regels)
1. hebben 4. zullen
2. zijn 5. willen
3. kunnen 6. mogen
Slide 27 - Diapositive
Oefenen 1.8 spelling
Maak opdracht 6, 7, 8, 9 en 10 digitaal
en kijk gelijk na.
Slide 28 - Diapositive
Vandaag 1.8 spelling les 2
Dictee (tien woorden)
Herhaling werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Nieuwsquiz
09:50 uur, even pauze voor gym.
Slide 29 - Diapositive
Dictee
flauw
eenvoudig
nauwkeurig
verhouding
betrouwbaar
kauwgom
inhoud
toeschouwer
trauma
enthousiast
Slide 30 - Diapositive
Wat is het hele werkwoord, de ik-vorm en de stam van het werkwoord
'praten'
Slide 31 - Question ouverte
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
hele werkwoord: praten
ik praat
stam: prat
Slide 32 - Diapositive
Mijn opa ...(vertellen) graag over vroeger
A
vertel
B
vertelt
C
verteld
Slide 33 - Quiz
Soms ... (zijn) ik daar niet in geïnteresseerd.
A
ben
B
zijn
C
bent
Slide 34 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
De uitzondering op de regel
Mogen
ik mag
jij mag
wij mogen
Slide 35 - Diapositive
Oefenen
Maak en kijk na opdracht 11, 12, 15, 16 a,b,c
Klaar? Maak digitaal de
test jezelf Spelling 1.8
Volgende donderdag:
SO'tje over spelling
(werkwoorden in de tt en leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken.)
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
laatste dia gebruiken als reflectie
Août 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
1.8 spelling
Septembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.8 spelling
Juillet 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.8 spelling
Septembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.8 spelling
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.8 spelling
Août 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.8 spelling les 1 en 2
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1