Oefenen taalverzorging H1 t/m H6 - km

Oefenen met de theorie
Je gaat deze les oefenen met de theorie van H1 t/m H6 van Taalverzorging. In de PowerPoint op Magister kon je vinden welke onderdelen van TV je moet leren voor de toets. 
In deze oefenles kun je per oefenvraag bekijken bij welk onderdeel deze vraag hoort. Daarbij zijn dezelfde kleurtjes gebruikt als in de PowerPoint. Klik maar eens op de kleuren:
Alle vragen met een gele achtergrond gaan over het onderdeel werkwoordspelling.
Alle vragen met een groene achtergrond gaan over het onderdeel spelling.
Alle vragen met een blauwe achtergrond gaan over het onderdeel woordsoorten.
Alleen voor mavo:
Alle vragen met een rode achtergrond gaan over het onderdeel zinnen ontleden.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met de theorie
Je gaat deze les oefenen met de theorie van H1 t/m H6 van Taalverzorging. In de PowerPoint op Magister kon je vinden welke onderdelen van TV je moet leren voor de toets. 
In deze oefenles kun je per oefenvraag bekijken bij welk onderdeel deze vraag hoort. Daarbij zijn dezelfde kleurtjes gebruikt als in de PowerPoint. Klik maar eens op de kleuren:
Alle vragen met een gele achtergrond gaan over het onderdeel werkwoordspelling.
Alle vragen met een groene achtergrond gaan over het onderdeel spelling.
Alle vragen met een blauwe achtergrond gaan over het onderdeel woordsoorten.
Alleen voor mavo:
Alle vragen met een rode achtergrond gaan over het onderdeel zinnen ontleden.

Slide 1 - Diapositive

Welk rijtje bevat alleen maar voorzetsels?
A
in - op - rennen
B
tijdens - onder - na
C
het - naast -tussen
D
over - mooie - achter

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende woorden is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
cowboy
C
hond
D
over

Slide 3 - Quiz

Noem drie werkwoorden

Slide 4 - Question ouverte

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Werkwoord
Hebben
Sandra
Op
Een
Mooie
Gedurende
IJzeren
De
Boom
Lang
Tussen
Zitten
Tafel

Slide 5 - Question de remorquage

Noem 3 voorzetsels

Slide 6 - Question ouverte

(worden)
_______ het toch een volvo?

Slide 7 - Question ouverte

(dansen)
Ik heb gisteren _______.

Slide 8 - Question ouverte

(worden)
Ik _______ rijk.

Slide 9 - Question ouverte

Zet deze zin in de verleden tijd: Ik fiets naar de loods.

Slide 10 - Question ouverte

(voorspellen)
En wat _______ het weerbericht?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het meervoud van aquarium?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het meervoud van neef?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het meervoud van koraal?

Slide 14 - Question ouverte

MAVO: Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 15 - Question ouverte

MAVO: wat is de persoonsvorm?
Vandaag ben ik naar school gelopen.

Slide 16 - Question ouverte

MAVO: Benoem de zinsdelen door de sleepdoelen naar de woorden in de zin te slepen. De zin staat al in zinsdelen verdeeld. 
Op donderdagmiddag
ben
ik
heel veel snoepjes
gaan kopen.
PV 
(+gez)
rest gez
OW
LV

Slide 17 - Question de remorquage

MAVO: Benoem de zinsdelen door de sleepdoelen naar de woorden in de zin te slepen. De zin staat al in zinsdelen verdeeld. 
Ellen
vindt
onderin haar schooltas
een stuk chocola.
PV 
(+gez)
rest gez
OW
LV

Slide 18 - Question de remorquage

Schat in hoe goed je bent voorbereid op de toets.

Slide 19 - Sondage