laatste loodjes ... herhaling fase besluitvorming

Herhaling politiek
Fase besluitvorming 
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling politiek
Fase besluitvorming 

Slide 1 - Diapositive

Wat moeten we nog doen? 
5 onderwerpen
  1. 4 fases van besluitvorming
  2. hoe komt een wet tot stand
  3. europa ( lastig)!! oefenen


Slide 2 - Diapositive

4 fases van besluitvorming

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Zet de fases van besluitvorming in de juiste volgorde
Fase 1
fase 2
fase 3
fase 4
Onderwerp vaststellen
gevolgen per alternatief aangeven
Alternatieve verzamelen
Keuze maken

Slide 6 - Question de remorquage

Burgers hebben geen invloed op politieke besluitvorming.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is de tweede fase in het proces van politieke besluitvorming?
A
Er wordt een besluit genomen
B
Er wordt een oplossing bedacht
C
Het besluit wordt uitgevoerd
D
Wens wordt politiek probleem

Slide 8 - Quiz

Wat is de eerste fase in het proces van politieke besluitvorming?
A
Er wordt een besluit genomen
B
Er wordt een oplossing bedacht
C
Het besluit wordt uitgevoerd
D
Wens wordt politiek probleem

Slide 9 - Quiz

Wat is de derde fase in het proces van politieke besluitvorming?
A
Er wordt een besluit genomen
B
Er wordt een oplossing bedacht
C
Het besluit wordt uitgevoerd
D
Wens wordt politiek probleem

Slide 10 - Quiz

Wat is de vierde fase in het proces van politieke besluitvorming?
A
Er wordt een besluit genomen
B
Er wordt een oplossing bedacht
C
Het besluit wordt uitgevoerd
D
Wens wordt politiek probleem

Slide 11 - Quiz

Wie heeft meer invloed op de besluitvorming?
A
Oppositiepartijen
B
Coalitiepartijen

Slide 12 - Quiz

Kenmerken rechtstaat
grondwet​
grondrechten
rechtsbescherming
democratie
onafhankelijke rechters
(scheiding van de machten)​
volksvertegenwoordigers
iedereen is (voor de wet) gelijk
democratische besluitvorming (meerderheid beslist)​

Slide 13 - Question de remorquage

Oefenen besluitvorming
keuze uit:
vragen 12, 19, 20,22, 23, 26 en 33 Eindexamensite toets beinvloeding of
Boek blz 102 opdracht 1 , 2 , 4 en 5 , 6 en 7

Slide 14 - Diapositive

de tweede les gaan we
2 korte opdrachten over:
controlerende taak van het parlement.
Escape spel 

Slide 15 - Diapositive

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Terugkoppeling
Uiten van wensen
Afwegen van politieke problemen. Welk probleem krijgt prioriteit?
Bedenken van oplossingen
Burgers brengen problemen onder de aandacht
Beslissen over wetsvoorstel
Uitvoeren van besluiten
Reacties vanuit de samenleving op wet
Politieke besluitvorming begint opnieuw

Slide 16 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
wetsvoorstel wordt besproken in Tweede Kamer
wetsvoorstel wordt besproken in de Eerste Kamer
er worden amendementen op het wetsvoorstel ingediend
de wet wordt ondertekend door de minister en koning
de wet wordt gepubliceerd in het staatsblad

Slide 17 - Question de remorquage

Directe democratie
Indirecte democratie
Referendum
Nederland is een...
Stemmen op een partij
Er is een volksvertegenwoordiging
Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 

Slide 18 - Question de remorquage

Eerste Kamer 

Tweede Kamer

Direct gekozen door de bevolking.
Indirect gekozen door de Provinciale Staten.
Kijken of er fouten staan in de wet en erover stemmen. 
Wetten bedenken, veranderen en stemmen. 

Slide 19 - Question de remorquage

waar
niet waar
De Tweede Kamer mag een wetsvoorstel wijzigen.
De Tweede Kamer controleert de ministers.
De Tweede Kamer voert de wetten uit.
De minister hoeft de Tweede Kamer niet op de hoogte te houden.
De Tweede Kamer maakt wetten.
Als de minister zijn werk niet goed doet, mag hij worden weggestuurd door de Tweede Kamer.

Slide 20 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
De overheid moet zich aan de wet houden om de rechtsorde te
handhaven. 
De rechten van de overheid gaan boven die van de burgers. 
Rechters moeten zich houden aan wat in de wet staat. 
Burgers kunnen naar de rechter gaan als ze vinden dat de overheid
hun privacy te veel aantast. 

Slide 21 - Question de remorquage

wetsvoorstel
Tweede Kamer debateert en stemt
Eerste Kamer debateert en stemt
Koning ondertekent de wet
wet staat in het Staatsblad

Slide 22 - Question de remorquage

Welke persoon of instantie is wel of niet bevoegd om zijn nieuwe wetgeving te maken?
WEL de bevoegdheid om wetten te maken
NIET de bevoegdheid om wetten te maken
Het parlement
een hoofdcommissaris van de politie
de gemeenteraad
Een advocaat

Slide 23 - Question de remorquage

Regering
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Koning
Doet een wetsvoorstel. Hier wordt over gestemt in de...
Daarna gaat het wetsvoorstel naar de...
Na goedkeuring wordt het Wetsvoorstel ondertekend door de...
Na ondertekening wordt de wet uitgevoerd door de...

Slide 24 - Question de remorquage

Zet de stappen in de goede volgorde.
De nieuwe wet wordt uitgevoerd.
De minister bedenkt een oplossing voor een maatschappelijk probleem.
De Tweede Kamer stemt over de nieuwe wet.
Er is een maatschappelijk probleem.
De Eerste Kamer stemt over de nieuwe wet.

Slide 25 - Question de remorquage

Maatschappijkunde 
9.1 De geschiedenis van de EU​

9.2 De invloed van de EU​
9.3 Het bestuur van de EU

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo


De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal moet zorgen voor een economische groei in Europa.

Het succes van de EGKS leidde in 1957 tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG).

In 1992 is met het Verdrag van Maastricht (nauwere samenwerking binnen de EU landen) de Europese Unie ontstaan. 

27 landen zijn momenteel lid van de EU.
Van EGKS naar... 

Slide 30 - Diapositive




Er zijn 27 landen lid van de EU, 7 landen willen zich hier nog bij aansluiten. Maar, hiervoor moeten ze aan een aantal voorwaarden voldoen; 

  • Het land moet in Europa liggen. 
  • Het land moet een democratie zijn. 
  • Het land moet een rechtsstaat zijn. 
  • Het land moet mensenrechten garanderen. 
  • Het land moet een goed draaiende economie hebben.
Voorwaarden toetreding

Slide 31 - Diapositive

rechtstaat
1. Grondrechten
2. Scheiding der machten
3. Legaliteitsbeginsel
4. Onafhankelijke rechtspraak

Slide 32 - Diapositive


Samenwerking met andere landen is nodig om grensoverschrijdende problemen aan te pakken.

Voor Nederland is de Europese Unie (EU) het 
belangrijkste samenwerkingsverband. 

Vlak na de Tweede Wereldoorlog besloten zes landen 
om te werken aan de wederopbouw van Europa: 

West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, België en Luxemburg richtte de EGKS op.
Stukje geschiedenis!

Slide 33 - Diapositive

Vrede en veiligheid 
De EU is opgericht met het doel: nooit meer oorlog. Later is dit uitgebreid met het bestrijden van criminaliteit dat over grenzen gaat (drugshandel, terrorisme). Hierdoor is de veiligheid toegenomen (al 70 jaar geen oorlogen!)

Economische samenwerking
Door één handelsmarkt te maken, kunnen bedrijven voor een grotere markt produceren. De samenwerking is; 

  1. Vrij verkeer van diensten, mensen en goederen. 
  2. één gezamenlijke munt: de euro
  3. Eerlijke concurrentie
  4. Gezamenlijk landbouw beleid
4 doelstellingen van de EU

Slide 34 - Diapositive


Welzijn
Dit heeft te maken met de levenskwaliteit. Binnen de EU zijn het bestrijden van discriminatie, het garanderen van gelijke rechten voor man en vrouw en kinderrechten belangrijk. 


Europese waarden
Waarden die belangrijk gevonden worden binnen de EU zijn vrijheid, democratie, mensenrechten en rechtsstaat.
4 doelstellingen van de EU

Slide 35 - Diapositive

BESTUUR EU

De Europese Commissie
Het Europees Parlement
De Raad van Ministers

Europese Raad
Europees Hof van Justitie

Slide 36 - Diapositive



Het dagelijks bestuur van de EU. Vergelijkbaar met het kabinet / de regering. Alle lidstaten van de EU sturen één commissaris naar de Europese Commissie. 

De Europese Commissie mag als enige EU-instelling voorstellen doen voor nieuwe wetten en maatregelen, voert deze uit en controleert of de EU-lidstaten zich hier aan houden. 


27 leden
Europese Commissie

Slide 37 - Diapositive

Wat is en/of doet de Europese Commissie?
A
Deze stemt over wetsvoorstellen.
B
Het dagelijks bestuur van de EU.
C
De rechterlijke macht.

Slide 38 - Quiz

Dagelijks bestuur van de EU
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van ministers

Slide 39 - Quiz



Elke vijf jaar worden de leden van het Europees Parlement gekozen door de inwoners van alle lidstaten.

Het Europees Parlement is te vergelijken met de Tweede Kamer, zij stemmen over nieuwe wetsvoorstellen en controleren de Europese Commissie. 

Ze kunnen geen wetsvoorstellen indienen!


705 leden!
Europese Parlement

Slide 40 - Diapositive


Ook wel de raad van de Europese Unie genoemd. Hierin zijn alle regeringen van de lidstaten vertegenwoordigd. 

Welke ministers in de Raad zitten, is afhankelijk van het onderwerp. De ministers van landbouw vergaderen bij onderwerpen over landbouw.. etc.. 

Eerst worden de nieuwe wetsvoorstellen hier besproken, daarna mag de Europese Commissie hier over stemmen.
Raad van Ministers

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo

Alle regeringsleiders
EU-top
Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of de lidstaten zich aan de wet houden
Samenstelling verandert vaak: telkens andere ministers
Stemt voor of tegen de regels van Europese Commissie
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving/ controleert EC
751 leden

Slide 45 - Question de remorquage

Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of of de lidstaten zich aan de wet houden
Samenstelling verandert vaak: telkens andere ministers
Stemt voor of tegen de regels van Europese Commissie
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving/ controleert EC
751 leden

Slide 46 - Question de remorquage

opdracht....
maak op een a4 een schema ( mindmap) over hoofdstuk 5 tm 8
gebruik daarvoor de volgende begrippen en zorg je kan uitleggen hoe het schema werkt.

Slide 47 - Diapositive

begrippen 
recht van initiatief, 
recht van amendement
recht van interpellatie
recht van motie
vragenrecht
4 fases van besluitvorming
1e kamer
minister
Raad van State
2e kamer
terugkoppeling


Slide 48 - Diapositive