Tekenen - Les 3 - Kleur

Schakeltijd:
- Telefoon in de zak
- Tas onder de tafel
- Etui op tafel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Schakeltijd:
- Telefoon in de zak
- Tas onder de tafel
- Etui op tafel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekenen - Kleur - Les 3
Tekenen - Kleur
Les 3

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurencirkel 
Na deze les weet je: Wat kleurcontrast, verhelderen en verdonkeren is
Theorie over kleur
Tekenen
Maak het werkblad over kleur. Je hebt hiervoor nodig: kleurpotloden (rood, geel, blauw, wit en zwart) en een pen of potlood om te schrijven.
Check: heb je alles begrepen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor basiskleuren?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 3 secundaire kleuren?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderzoek naar kleurcontrasten
Kleurcontrasten

Slide 6 - Diapositive

Johannes Itten deed veel onderzoek naar de werking van kleurcontrasten: dat zijn twee kleuren die erg van elkaar verschillen, naast elkaar. Hier zie je verschillende van zijn experimenten.
Bij welke van zijn schilderijen zie je het duidelijkste een kleurcontrast, volgens jou?
Kleurcontrast:
Twee kleuren die heel verschillend zijn. 
Als je ze naast elkaar gebruikt, versterken ze elkaar.

Slide 7 - Diapositive

Het bekendste voorbeeld van een kleurcontrast: Complementaire kleuren.
Dat zijn kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel. Als je ze naast elkaar gebruikt, versterken ze elkaar.
Kleurcontrast in kunst
Matisse - de Dans 1909
Kleurcontrast bij de slager

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toonovergang 
Mengen met wit = verhelderen (a). Mengen met zwart = verdonkeren (b).

Slide 9 - Diapositive

In een toonovergang meng je een kleur (geleidelijk) met wit of zwart. Mengen met wit = verhelderen (a). Mengen met zwart = verdonkeren (b).
Dit kan bijvoorbeeld met verf, krijt, of kleurpotlood.
Als je 2 kleuren gebruikt die erg van elkaar verschillen, heet dat:
A
Toonovergang
B
Kleurcontrast

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het als je mengt met wit?
A
Verhelderen
B
Warm-koud contrast
C
Verdonkeren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Maak het werkblad "Kleur" af, opdracht 4 en 5.
Lees eventueel de theorie nog een keer goed door. 

timer
45:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Moeilijke vragen samen nabespreken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions