Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Presenteren.... kun je leren!
Slide 1 - Diapositive
Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Welke verschillen kun je noemen?
Slide 6 - Carte mentale
Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?
Slide 7 - Question ouverte
Voorbereiding
1. Maak een goede planning.
2. Kies een onderwerp.
3. Brainstorm door middel van een mindmap.
4. Verzamel informatie. Gebruik verschillende bronnen!
5. Maak keuzes.
Slide 8 - Diapositive
6. Verdeel je materiaal over inleiding – middenstuk - slot.
7. Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen, PowerPoint, Prezi, Lessonup).
8. Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden.
9. Maak, als het mag, een spiekbriefje met sleutelwoorden.
10. Oefenen – oefenen - oefenen.
Slide 9 - Diapositive
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 10 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 11 - Carte mentale
Houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 12 - Diapositive
In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken....
Slide 13 - Diapositive
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 15 - Quiz
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Tips voor gebruik van Powerpoint: - Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst.
- Gebruik hoofdletters en punten.
- Gebruik de hele tijd hetzelfde lettertype.
- Maak opsommingen zichtbaar met nummers, liggende streepjes of bolletjes.
- Oefen de presentatie met de slides.
- Kijk niet steeds om of het beeld wel in orde is. Dit gaat ten koste van het oogcontact.
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering.
Slide 17 - Diapositive
Tips: - Spreek rustig en duidelijk. - Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. - Bedenk voor jezelf van tevoren vragen. Welke vragen zouden de toehoorders kunnen stellen? Weet je daar een antwoord op? - Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) - Duidelijke zinnen
- Humor?!
- Wees creatief!
- Bedank je publiek
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Welke tip is voor jou belangrijk als je gaat presenteren?