Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Diagrammen maken
Welkom klas 2
Slide 1 - Diapositive
Programma
Wat zijn diagrammen?
Hoe teken je een diagram?
Hoe vul je een diagram in?
De trendlijn
Zelf een diagram tekenen
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn diagrammen?
Diagrammen bestaan uit
een assenstelsel met een
y-as en een x-s.
Diagrammen worden vaak
gebruikt om meetresultaten
weer te geven en verbanden
te onderzoeken.
Slide 3 - Diapositive
Hoe teken je een lijndiagram?
Voordat je een lijndiagram
tekent, maak je eerst een
tabel van je meetresultaten.
Voorbeeld: ik meet elke
seconde hoeveel afstand
ik heb afgelegd.
Noteer de grootheid en eenheid in de kop van de tabel
Slide 4 - Diapositive
Hoe teken je een lijndiagram?
1. Gebruik een leesbare en
blad vullende schaalverdeling (ongeveer 8cm).
2. Schaalverdeling in stapjes
1, 2 of 5. Dus ook 0,1 & 0,2 & 0,5
3. Zorg dat de assen ongeveer
even lang zijn.
4. Zet stippen op de snijpunten
van je meetgegevens.
5. Trek een rechte of vloeiende
lijn tussen de stippen.
6. Noteer de grootheid en
eenheid bij de juiste assen.
Teken altijd met potlood en je geodriehoek!
Slide 5 - Diapositive
Afhankelijk en onafhankelijke grootheid
De onafhankelijke grootheid is de grootheid waarvan jij de waarde kiest. Deze zet je op je x-as (horizontaal).
De afhankelijke grootheid is hetgeen wat je meet, deze is afhankelijk van de onafhankelijke grootheid. Deze zet je op de y-as (verticaal).
Slide 6 - Diapositive
Wat voor lijn?
Bij een lineair verband
(altijd dezelfde stapjes)
teken je een rechte lijn
met je geodriehoek.
Is dit niet het geval,
dan teken je een kromme
lijn uit losse pols.
Slide 7 - Diapositive
Trendlijn
Soms zijn je meetresultaten niet helemaal accuraat. Dan maak je gebruik van een trendlijn: maak een zo vloeiend mogelijke lijn door of langs alle punten.