Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Thema 10
Voortplanting
Slide 1 - Diapositive
Lesindeling
Lesopening
Uitleg 10.5
Oefenvragen
Lesafsluiting
Slide 2 - Diapositive
Lesopening
Oefenvragen vorige les
Slide 3 - Diapositive
Een stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een plant
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De helmknoppen bestaan uit helmhokjes waarin de stuifmeelkorrels zitten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Geur
Felgekleurde kroonbladeren
Maakt nectar
Veel en licht stuifmeel
Plakkerig stuifmeel
Meeldraden hangen buiten de bloem
Kleine groene bloemen
Wind nodig voor bestuiving
Insecten nodig voor bestuiving
Slide 6 - Question de remorquage
Uitleg 10.5
Voortplanting zonder bevruchting
Tekstboek pagina 108
Slide 7 - Diapositive
Geslachtelijke voortplanting
Bevruchting: versmelten van eicel en zaadcel.
Ongeslachtelijke voortplanting
Geen bevruchting, maar er ontstaan nakomelingen
Slide 8 - Diapositive
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 9 - Diapositive
Bollen
Bollen zitten onder de grond en bestaan uit een bolschijf (de wortels) en rokken (verdikte bladeren).
Tussen de rokken zitten knoppen waarvan er één uitgroeit tot nieuwe plant en de anderen tot nieuwe bollen.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeelden van bollen
Slide 11 - Diapositive
Knollen
Ondergronds, verdikt deel van de stengel met veel reservevoedsel. Aan die knol komen knoppen. Elke knop kan uitgroeien tot een nieuwe plant (met behulp van het reservevoedsel), meestal niet allemaal.
Slide 12 - Diapositive
Voorbeelden van knollen
Slide 13 - Diapositive
Uitlopers en wortelstokken
Sommige planten vormen uitlopers (lange bovengrondse stengels met aan het uiteinde een nieuwe plant), andere planten doen dit met wortelstokken (onder de grond dus).
Slide 14 - Diapositive
Voorbeelden van uitlopers en wortelstokken
Slide 15 - Diapositive
Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem
Slide 16 - Question de remorquage
Planten
vermeerderen
Planten ongeslachtelijk vermeerderen gaat snel.
Er is maar één ouderplant. De nakomelingen zijn dus precies hetzelfde.
Hiernaast zie je een voorbeeld van vermeerderen: d.m.v. Stekken.
Slide 17 - Diapositive
Planten
veredelen
Eigenschappen verbeteren van planten: bijvoorbeeld mooiere bloemen of sterkere stengels.
Slide 18 - Diapositive
Levenscyclus van planten
Eenjarige plant: een plant die zijn volledige levenscyclus van kieming, groei, bloei en zaadproductie binnen een jaar (één groeiseizoen) voltooit.
De plant overwintert als zaad in de grond.
Slide 19 - Diapositive
Levenscyclus van planten
Een tweejarige plant leeft twee jaar waarbij de plant het eerste jaar groeit en een stengel, bladeren en wortels vormt.
In het tweede jaar bloeit de plant en produceert vruchten en zaad, hierna sterft de plant af.
Slide 20 - Diapositive
Kijk nogmaals naar de foto.
Wat voor type ongeslachtelijke voortplanting is dit?
A
Wortelstokken
B
Enten
C
Uitlopers
D
Bollen
Slide 21 - Quiz
Wat is GEEN vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Knollen
B
Bollen
C
Uitlopers
D
Bloemen
Slide 22 - Quiz
Wat is bestuiving?
A
stuifmeel komt op een stamper
B
eicellen komen op de meeldraad
C
eicellen komen op de stamper
D
stuifmeel komt op de meeldraad
Slide 23 - Quiz
Bollen
A
Verdikte bladeren
B
Verdikte stengels
C
Horizontaal groeiende stengels
Slide 24 - Quiz
Geslachtelijk of Ongeslachtelijk?
Uitlopers.
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 25 - Quiz
Welke bloem is, of welke bloemen zijn een insectenbloem?
A
bloemen van plant 1
B
bloemen van
plant 1 en 2
C
bloemen van plant
1 en 2 en 3
D
geen van de bloemen
Slide 26 - Quiz
Als een bloem een stamper heeft en geen meeldraden. Is dit dan een mannelijke bloem?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
timer
0:20
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden
Slide 28 - Quiz
Bloemen hebben stempel en meeldraden in de bloem zitten
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
Slide 29 - Quiz
De bloem van P is? De bloemen van Q zijn?
A
P Eenslachtig
Q Tweeslachtig
B
P Tweeslachtig
Q Eenslachtig
C
P Eenslachtig
Q Eenslachtig
D
P Tweeslachtig
Q Tweeslachtig
Slide 30 - Quiz
Kijk naar deze bloem, welk geslacht heeft deze bloem?
timer
0:15
A
Beide (man en vrouw)
B
man
C
vrouw
D
Geen geslacht
Slide 31 - Quiz
Wilde peen is een voorbeeld van een..
A
Eenjarige plant
B
Tweejarige plant
C
Overblijvende plant (ook wel vaste plant genoemd)
Slide 32 - Quiz
Wanneer sterft een éénjarige plant?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter
Slide 33 - Quiz
Joep had vorig jaar een perkje met bloemen in de tuin. Dit jaar wil hij weer van deze bloemen genieten. Wanneer zullen deze bloemen niet terugkomen?
A
Als het meerjarige planten waren
B
Als het tweejarige planten waren
C
Als het éénjarige planten waren
D
Als het eencellige planten waren
Slide 34 - Quiz
In juni plantte ik zaadjes van een stokroos. In oktober was er een rozet van bladeren ontstaan. In de lente van het jaar daarna bloeiden er prachtige rozen. Hierna stierf de plant, maar het had wel genoeg zaadjes achter gelaten voor het jaar daarna. Nu heb ik elk jaar stokrozen in de tuin. De stokroos is dus een .............................
A
eenjarige plant
B
tweejarige plant
C
overblijvende plant
Slide 35 - Quiz
Welk type plant ontkiemt, bloeit en sterft in hetzelfde jaar?