10.5 Voortplanting zonder bevruchting

Paragraaf 10.5 Voortplanting zonder bevruchting
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 10.5 Voortplanting zonder bevruchting

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Dagopening

Terugblik 10.4

Start 10.5 (maandag afmaken) 

Slide 2 - Diapositive

Terugblik en huiswerkcontrole
Huiswerk was: 
Opdrachten van §10.4 maken: 16, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26

Lees ondertussen §10.5 in je tekstboek. 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Vragen over de vragen? 
Opdrachten van §10.4 : 16, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26

Slide 4 - Diapositive

Maak onderstaande 3 vragen
1. Leg uit wat geslachtelijke voortplanting is.
2. Noem 3 voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting
3. Hoe lang kan de levenscyclus van een plant zijn? 



timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Kijk de vragen na
Antwoorden:
1. Geslachtelijke voortplanting - er is bevruchting en er ontstaan zaden.
2. Bol, uitlopers, stek ( is niet natuurlijk), knollen, wortelstok 
(3 noemen)
3. 1 jarig en 2 jarige
Hoeveel had je er goed?



Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat ongeslachtelijke voortplanting is. 
2. Je kunt uitleggen hoe je planten kunt veredelen en vermeerderen. 
3. Je kunt uitleggen hoe lang planten leven.

Slide 7 - Diapositive

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 8 - Question de remorquage

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 9 - Question de remorquage

Voortplanting bij planten
Geslachtelijke voortplanting - er is bevruchting en er ontstaan zaden.

Ongeslachtelijke voortplanting - een stukje volwassen plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden ongeslachtelijke voortplanting


Slide 11 - Diapositive

Planten vermeerderen: stekken
Je snijdt een stukje van de plant af.

Het stekje zet je in water en als er wortels groeien zet je het stekje in de grond.

Slide 12 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek - stukje van de plant afsnijden. 
  2.  Deling
  3. Uitlopers - stengels boven de grond, bv. aardbeien.
  4. Bol - ondergronds stuk  stengel, met rokken, tussen de rokken groeien klisters, die groeien uit tot nieuwe bollen. 
  5. Knol - ondergrondse uitlopers van stengels, bv. aardappel.
  6. Wortelstok - uit verdikkingen op wortelstokken groeien nieuwe plantjes.

Slide 13 - Diapositive

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast vergelijken?
A
stek
B
bol
C
knol
D
wortelstok

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van ongeslachtelijke voortplanting zie je hier?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 15 - Quiz

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast vergelijken?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 16 - Quiz

Nu en huiswerk
Lees paragraaf 10.5 blz 62 en 63
Maak van paragraaf 10.5 de opdrachten: 3, 4, 5, 6, 8

Klaar: werk verder aan opdracht 9 en 10 

Slide 17 - Diapositive

10.5 voortplanting zonder bevruchting

Slide 18 - Diapositive

Vandaag afronden H10
Terugblik huiswerk
Laatste stukje uitleg en vragen maken

Lesuur 2: examentraining en kahoot

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk was: 
-Maak van paragraaf 10.5 de opdrachten 3, 4, 5, 6 en 8

Slide 20 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek - stukje van de plant afsnijden. 
  2.  Deling
  3. Uitlopers - stengels boven de grond, bv. aardbeien.
  4. Bol - ondergronds stuk  stengel, met rokken, tussen de rokken groeien klisters, die groeien uit tot nieuwe bollen. 
  5. Knol - ondergrondse uitlopers van stengels, bv. aardappel.
  6. Wortelstok - uit verdikkingen op wortelstokken groeien nieuwe plantjes.

Slide 21 - Diapositive

Planten vermeerderen: veredelen
1. Het kiezen van een plant met de gewenste eigenschappen, die worden gekruist.
2. Uit de zaden worden nieuwe planten gekweekt.
3. De besten worden geselecteerd en gebruikt voor de volgende kruising.
4. De gewenste planten worden ongeslachtelijk vermeerdert.

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat ongeslachtelijke voortplanting is. 
2. Je kunt uitleggen hoe je planten kunt veredelen en vermeerderen. 
3. Je kunt uitleggen hoe lang planten leven.

Slide 23 - Diapositive

Levenscyclus
Eenjarige planten: planten die maar 1 jaar leven. 

Tweejarige planten: zoals het voorbeeld hiernaast. Vormt in het tweede jaar pas zaden! 

Slide 24 - Diapositive

Overblijvende of vaste planten
Overblijvende planten kunnen meerdere jaren bloeien. Overblijvende kruidachtige planten worden ook wel vaste planten genoemd. 

- Ieder voorjaar lopen ze opnieuw uit, bloeien en vormen zaden. 
- In de zomer slaan ze reservestoffen op in knollen of bollen. 
- Najaar sterven de bovengrondse delen, de ondergrondse delen overleven.
- In het voorjaar kunnen ze weer snel groeien. 

Slide 25 - Diapositive

De kweker                      2 bloemen om met elkaar te                      .

De nakomelingen met de gewenste eigenschappen worden gebruikt om verder mee te                      .

Dit proces heet                      .
selecteert
kruisen
veredelen
kweken

Slide 26 - Question de remorquage

De Judaspenning is een tweejarige plant. De plant draagt dit jaar bloemen en vruchten. In welke jaar bevindt de plant zich nu?
A
jaar 1
B
jaar 2

Slide 27 - Quiz

De Hop sterft in de winter boven de grond af en komt in het voorjaar weer op.
De lobelia is meestal niet winterhard. Dat houdt in dat de plant de winter niet overleefd.
Geef aan of de plant:                     ,                      of 
is.
eenjarig
tweejarig
overblijvend

Slide 28 - Question de remorquage

De Hulst is een groenblijvende plant. Dat houdt in dat hij de hele winter zijn groene blad houdt. 
Het Vingerhoedskruid komt elk jaar weer ergens anders op. De plant bloeit pas na 1 jaar.
Geef aan of de plant:                     ,                      of 
is.
eenjarig
tweejarig
overblijvend

Slide 29 - Question de remorquage

Van welke plant is dit de levenscyclus?
A
eenjarige
B
tweejarige
C
houtige
D
overblijvende

Slide 30 - Quiz

Nu 
-Maak 10.5 af door opdracht 9, 10, 12, 13 en 15 te maken

Klaar!?
-Bekijk hoofdstuk 10 en schrijf op wat je 
nog wilt vragen voor de toets.

timer
12:00

Slide 31 - Diapositive