M2 Voorvoegsels en achtervoegsels

Woordenschat
VOORvoegsels
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
VOORvoegsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsel
- een stukje voor het woord
- daardoor verandert het woord van betekenis

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsels en achtervoegsels
Waarom is het handig om de meest voorkomende voor en achtervoegsels te kennen van de talen die je momenteel leert?

  1. Voorvoegsels vertellen je iets over de betekenis van woorden
  2. Achtervoegsels laten je zien tot welke woordsoort een woord behoort, waardoor je een zin makkelijker begrijpt en makkelijker de betekenis van een woord kan raden.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen
  • Voorvoegsel
  • Achtervoegsel
  • Grondwoorden (of: kernwoorden)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betaalbaar

Wat is de betekenis?
On
A
goedkoop
B
geld
C
niet mogelijk
D
heel erg duur

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

gelijk

Wat is de betekenis?
On
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsel


Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = nonfictie

ex + vriend = exvriend

on + zeker = onzeker

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorvoegsels
non
on
ex
inter
mis
wan 
her

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsels: ten slotte
Soms kun je een tegenstelling van een woord maken door er een voorvoegsel voor te zetten 
Bijvoorbeeld: religieus - areligieus
Bijvoorbeeld: opvallend - onopvallend

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer voorvoegsels

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorvoegsel is een...
A
voorzetsel
B
een deel van het woord met eigen betekenis
C
een deel van het woord zonder eigen betekenis
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit zijn voorvoegsels:
A
on, her ,lijk
B
on -ver -lijk
C
on-her-lijk
D
on -her- non

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN voorvoegsel?
A
mis-
B
inter-
C
ge-
D
aan-

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Veelgebruikte voorvoegsels
voorvoegsel
betekenis
voorbeeld
mis-
slecht/verkeerd
mislukt
on-
niet
onbetrouwbaar
wan-
geen/slecht
wangedrag
her-
nog een keer
hergebruik

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woord met voorvoegsel
Woord zonder voorvoegsel
Heropenen
Wangedrag
onrustig
Tafelkleed
Klaarmaken
Tekstboek
non-fictie
internationaal

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste voorvoegsel naar het woord. 
-actief
nationaal
rokje
-baas

non
    ex
on

mini

inter

her

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onbekend woord in de tekst
Je komt een onbekend woord tegen in de tekst.

Misschien ken je een deel van het woord al
woorden met een voorvoegsel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsels
Betekenis
niet, zonder
niet
verkeerd, fout
slecht, verkeerd
weer, opnieuw
niet meer, van vroeger
tussen
mis-
non-
on-
wan-
her-
ex-
inter-

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel anti-?

A
zonder
B
opnieuw
C
tegen
D
verkeerd

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel ex-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel her-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
niet

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel wan-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent wansmaak?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent non-stop?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent interlandwedstrijd?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord kun je gebruiken als je wilt zeggen: 'opnieuw bouwen.'
Gebruik 1 woord!

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord kun je gebruiken als je wilt zeggen: 'niet verstandig'?
gebruik 1 woord.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
ACHTERvoegsels

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achtervoegsels
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Vrolijk

Slide 32 - Diapositive

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Achtervoegsels
Achtervoegsels zijn vaste stukjes aan het eind van een woord. 
Achtervoegsels zeggen iets over het woord waar ze achter staan. 

Vervangbaar, blijheid, kinderlijk

-baar: zegt wat je ermee kunt doen.
-heid: zegt iets over hoe iemand of iets is.
-lijk: zegt wat van of voor iemand of iets is.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van achtervoegsels:
-je, -tje, -pje, -kje : autootje, zomerkoninkje
-loos :geluidloos, achteloos
-ig : prachtig, doorzichtig
-achtig : zoethoutachtig, geelachtig
-schap : vriendschap, draagmoederschap
-heid : schoonheid, traagheid
-lijk : koninklijk, hoofdzakelijk

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer achtervoegsels 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onbekend woord in de tekst
Je komt een onbekend woord tegen in de tekst.

Misschien ken je een deel van het woord al
woorden met een voorvoegsel

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VOOR- of ACHTERVOEGSEL

- kijk of het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel en / of een achtervoegsel:


je misdragen = je slecht gedragen

hersenloos = zonder hersens = dom

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorvoegsel
achtervoegsel
hergebruiken
internationaal
wanorde
jaarlijks
zinloos
bruikbaar

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hondenbelasting
Samengesteld woord
Achtervoegsel
Voorvoegsel

Onherkenbaar
Vriendloos
Hertentamen

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

grondwoord (of: kernwoord)
Een grondwoord is een woord waarbij je een voorvoegsel en achtervoegsel kunt schrijven.

ongebruik(e)lijk

Door te kijken naar een grondwoord, voorvoegsel en achtervoegsel kun je de betekenis van een woord achterhalen.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GRONDWOORD

voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel
on - gebruik - (e)lijk
super-gehoor-zaam
her-bruik-baar

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een woord met een voorvoegsel:

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een woord met een achtervoegsel:

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een woord met een voor- en achtervoegsel:

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grondwoord van: onmenselijk

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grondwoord van: gevangenis

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voorvoegsel van: geblaf

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het achtervoegsel van: beestachtig

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet wat voor- en achtervoegsels zijn, ik kan ze herkennen en toepassen.
Klopt!
Mwah...
Nee!

Slide 50 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestudeer nu de pre- en suffixen in andere talen
--> part 1, part 2 en part 3
Maak dan de stencils

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions