Quiz novemberschnee 2425

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Novemberschnee

Oefenen voor SE

Zuerst ging Lina mit .............................

Jetzt ist sie mit ................................ zusammen.

Sleepvraag

Tom 

Jurij

Wie heeft bedacht om naar Australië te gaan?

1. Lina
2. Tom
3. Jurij

Wie heeft bedacht, om een bank te overvallen?

1. Tom
2. Jurij
3. Lina

Wie loopt de bank binnen?

1. Tom
2. Jurij
3. Lina

Wie valt van de fiets tijdens de vlucht?

1. Tom
2. Jurij
3. Lina

Hoe komen de vrienden aan de wapens?

1. Waterpistolen gekocht in een supermarkt
2. Jurij geregeld via een vriend
3. Tom meegenomen uit huis

Hoe belt Lina haar ouders?

1. Ze vindt een oud telefoon in "Gasthaus"
2. Ze belt vanuit de "Tankstelle"
3. Als ze de dokter haalt, belt ze met zijn mobiel

Waarom wil Tom niet naar de politie en bekennen?

1. Hij denkt dat hun plan realistisch is
2. Hij wil met Lina weg lopen
3. Hij zat al eens in jeugdarrest

Wie is "der Russe"?

1. Jurij
2. Tom

Lina

Tom 

Jurij

Wat weten we over de ouders?

 Sleep de beschrijvingen naar de personages toe. 

heeft goed contact met de vader

ouders waren leraren

werd door de ouders geslagen

1

2

3

4

5

6

Breng de gebeurtenissen uit het boek in de juiste volgorde

Lina wird verhaftet

Die Freunde langweilen sich in der Hütte

Lina geht zur Tankstelle

Tom überfällt die Bank

Freunde verstecken sich

Jurij ist nirgendwo zu finden

Haben Sie sich nie an eine Haltestelle gestellt, Bus angehalten und sind nicht eingestiegen? Haben Sie sich dann nicht auf das böse Gesicht des Fahrers gefreut? Haben Sie nie an der Tür geklingelt und sind nicht weg gelaufen? Das macht doch jeder. Das ist nicht so schlimm. Wir haben das auf jeden Fall gemacht und verdammt viel Spaß dabei gehabt.

Welke tegenstelling komt hier ter sprake?

1. Droom - werkelijkheid
2. Schuld - onschuld
3. Liefde - haat

“Tom war zu schüchtern gewesen, um mich zu zwingen. Aber jetzt hätte ich gern mit ihm geschlafen. Mit dem Jungen, der Jurij erschossen, der mich (…) mit der Pistole bedroht hatte. Vielleicht sollte ich Ihnen das gar nicht sagen. Aber Sie wollten alles über mich wissen. Dazu gehört das auch. Dass ich in diesem Augenblick so nah (= „close“) mit Tom zusammen war, wie noch nie“

Welke tegenstelling komt hier ter sprake?

1. liefde - haat
2. schuld - onschuld
3. droom - werkelijkheid

Maak de zin af

Das Buch fand ich....

einde oefentoets