Stratovulkanen ontstaan door subductie waardoor de samenstelling van het magma verandert. hierdoor ontstaan een puntige top en een diepe helling.
Schildvulkanen ontstaan door divergentie waardoor magma uitlekt en afkoelt waardoor een helling ontstaat.
Caldeira ontstaan door de aanwezigheid van een grote explosieve eruptie waardoor de magmakamer instort hierdoor krijg je een grote krater in de vulkaan.