Woensdag 10/05/2023

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Good morning!

Today

• Recap: to be going to
• Future: will/shall
• Work on your planner/study for the SO
• Quizlet live lesson 5

Wanneer gebruik je to be going to ook alweer?

1: .............................................................

I'm going to play football on Saturday. We always have a game on Saturdays. 

2: .............................................................

Look at those dark clouds. It's going to rain.

Wanneer gebruik je to be going to ook alweer?

1: Als de plannen al gemaakt zijn

I'm going to play football on Saturday. We always have a game on Saturdays. 

2: Als er een aanwijzing is dat er heel waarschijnlijk iets gaat gebeuren

Look at those dark clouds. It's going to rain.

Will/shall

• Will en shall gebruik je ook om over de toekomst te praten

• Will gebruik je:

Regel 1: Als je op dit moment besluit iets te gaan doen

I'm thirsty, so I think I will get a drink.

Regel 2: bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, voorspelling of verzoek

 There are a lot of dishes. I'll help you clean them.

 

• Bij vragen kan je will of shall gebruiken

Regel 3: Shall gebruik je alleen bij I en we als je iets aanbiedt of voorstelt

Shall we go shopping tomorrow? 

• Hoe maak je will ontkennend? 

• En hoe maak je will korter? 

I will --> I ...

• Go to page 159
• Which rule applies? 1, 2 or 3?
• Fill in the correct form of will/shall

Work on:

• §4.4: 10
• §4.5: 5, 6, 7, 8, 9
• Study the words of lesson 5

Next lesson

• SO words unit 4 (no grammar or expressions)

• Start with unit 5 

quizlet.com