H6 Liefde, antwoord 8. blz 144
a Het gedicht is erg toegankelijk, doordat het taalgebruik eenvoudig is. Maar ook al zijn de woorden niet ingewikkeld, de betekenis ervan is heel intens. Het thema is heel herkenbaar: iedereen heeft wel iemand waar hij veel van houdt.
b Het gedicht bestaat uit vier strofen van elk vier regels.
c De twee enjambementen in de derde strofe zijn: ‘zijn – jou’ en ‘bent – nu’
d Het eerste enjambement roept een dubbele betekenis op: ‘ik wil zo graag zijn’ brengt een gevoel van levenslust over; als je verder leest, wordt duidelijk dat hij zijn geliefde wil zijn.
In het tweede enjambement betekent ‘je bent’ dat de geliefde bestaat. Het is een soort absolute uitspraak over het ‘zijn’ van de beminde. Maar als je verder leest, op regel 14, wordt juist het unieke en veranderlijke van de persoon van de geliefde benadrukt.
e In de laatste strofe beschrijft het lyrisch ik het onvermogen om die grote liefde die hij voelt in woorden te vatten.