bk3_wisselkoers
1 / 25
La durée de la leçon est: 75 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is krediet?
A
De vergoeding voor het gebruik van het geld van de bank
B
De rente en de aflossing samen
C
Een ander woord voor lening
D
Het bedrag dat je betaalt om je lening af te lossen
Slide 5 - Quiz
Noem de drie functies van geld.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het aflossingsbedrag?
A
De vergoeding voor het gebruik van het geld van de bank
B
De rente en de aflossing samen
C
Een ander woord voor lening
D
Het bedrag dat je betaalt om je lening af te lossen
Slide 7 - Quiz
Je leent € 4.000 en betaalt in 3 jaar tijd elke maand € 130. Hoeveel bedragen de kredietkosten?
A
€ 130
B
€ 390
C
€ 680
D
€ 4.000
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je net zoveel rood mag staan als je verdiend op je betaalrekening ?
A
Persoonlijke lening
B
Salariskrediet
C
Hypothecaire lening
D
Doorlopend krediet
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Welke landen van de eurozone ken je?
Slide 15 - Question ouverte
Welke vreemde valuta's ken je?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wij hebben 325 Turkse Lira. Hoeveel euro's krijg je terug?
A
€ 115,00
B
€ 115,20
C
€ 115,22
D
€ 115,25
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Je koopt 600 Amerikaanse dollar met een inkoopprijs van 1,10 dollar per 1 euro. Hoeveel Euro betaal je?
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
De landen waar je met de euro kunt betalen vormen samen de eurozone.
A
Onjuist
B
Juist
